Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdaccent-2Etym: Lat. accentus < ad cantus = bij gezang, klank. Manier waarop een taaluiting wordt uitgesproken die typisch is voor een individu, streek of sociale groep (bijv. sociale klasse, geslacht of etnische groep). Het accent maakt aldus deel uit van een bepaald idiolect, dialect of sociolect, maar heeft meer in het bijzonder betrekking op de articulatie. Dat laatste blijkt ook uit het verwante woord ‘tongval’, dat het beeld oproept van de tong die als belangrijk uitspraakorgaan op een kenmerkende manier zou ‘vallen’ bij het spreken. Een enigszins apart geval betreft het zgn. vreemd accent, dat doorgaans voorkomt bij iemand die na de kindertijd een andere taal dan de moedertaal heeft geleerd; ook al kan men daarbij een hoog niveau van taalbeheersing bereiken, toch blijven sporen van de moedertaal doorgaans hoorbaar. Een vreemd accent is uiteraard ook typisch voor de minder gevorderde vreemde-taalleerder; de afwijkende uitspraak gaat hier gepaard met andere vormen van interferentie. In literaire werken geven auteurs vaak een bepaald accent aan sommige van hun personages of vertellers als deel van de karakterisering. Daarbij kan een personage als outsider gepresenteerd worden, eventueel met humoristische en/of ideologische bedoelingen: de taalkundige afwijkingen van wat als standaard geldt, staan dan symbool voor persoonlijke of morele bijzonderheden of tekortkomingen. Voorbeelden: het toneelstuk Het gezin van Paemel (1903) van Cyriel Buysse, waarin de baron met een nadrukkelijk Frans accent spreekt; Bredero’s Spaanschen Brabander (1618), waarin de titelheld in Antwerps dialect spreekt. Overigens is de geschreven taal niet ontworpen om de specifieke details van uitspraak weer te geven. Vaak moet een conventionele en heel gedeeltelijke aanduiding d.m.v. afwijkende spelling volstaan om de lezer het bedoelde accent innerlijk te laten ‘horen’ bij de lectuur. Het correct weergeven van allerlei accenten is een bijzondere opdracht voor acteurs; ze kunnen zich daarbij laten bijstaan door een zgn. dictiecoach of dialectcoach. Zie ook couleur locale, dialectliteratuur en heterolinguïsme. Lit: P. Blank, Broken English: Dialects and the politics of language in renaissance writings (1996) D. Delabastita, ‘Language, comedy and translation in the BBC sitcom Allo! Allo!’ In D. Chiaro (red.), Translation, humour and the media (2012), p. 193-221 S. Massai, Shakespeare’s accents: Voicing identity in performance (2020) P. Meier, Accents & dialects for stage and screen (deluxe edition) (2020) E. Sharpe & J. Haydn Rowles, How to do accents (The actor’s toolkit) (20212).
|