Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdkarakteriseringBegrip uit de narratologie waarmee we het geheel der mogelijke technieken bedoelen waarmee karakters tot ‘leven’ gebracht worden in de tekst. Terwijl karakter (synoniem personage) een aspect is van de fabula, is karakterisering is een van de dimensies van het suzjet: zie fabula/suzjet. Karakterisering kan direct (expliciet) zijn of meer indirect (impliciet). In het eerste geval worden de kenmerken van het personages expliciet genoemd en misschien zelfs geëvalueerd; zie ook block characterisation. Dergelijke directe karakterisering kan gegeven worden door een betrouwbare en alwetende verteller; maar ze kan ook gegeven worden door een ander personage, waardoor ze allicht minder betrouwbaar wordt. Soms zegt een expliciete karakterisering meer over het beschrijvende dan over het beschreven personage en wordt ze tot een indirecte karakterisering van de beschrijver. Men dient m.a.w. bij de interpretatie steeds rekening te houden met de bron van de beschrijving (focalisatie, onbetrouwbaar perspectief). Karakterisering is indirect of impliciet wanneer karaktereigenschappen niet genoemd worden, maar gesuggereerd: de lezer leidt de eigenschappen af uit bepaalde andere elementen uit de tekst. Zo kunnen we vaak bepaalde karaktereigenschappen afleiden uit de naam van het personage (sprekende naam), uit de daden van het personage, uit zijn of haar uiterlijke verschijning, uit een typische denk- of spreekstijl, uit een kenmerkend accent-2, uit de ruimte waarin het personage bij voorkeur gesitueerd wordt, enz. Lit: M. Bal (red.), Mensen van papier. Over personages in de literatuur (1979) L. Herman & B. Vervaeck (red.), Vertelduivels. Handboek verhaalanalyse (2001), p. 73-76 J. Culpeper, Language and characterisation: People in plays and other texts (2001).
|
|