Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdsprekende naamAanduiding voor een bijzondere vorm van naamgeving aan personages in de literatuur, waarbij een auteur ernaar streeft de naam zo te kiezen dat hij typerend is (zoals bij het aptoniem) voor het uiterlijk, de sociale rol of de karaktertrekken van dat personage. Al in de oudheid werden dit soort namen door auteurs gebruikt, zoals bijv. door Plautus: Harpagon (= enterhaak of een inhalig en vrekkig type). Ook in de middeleeuwen kwamen dit soort namen veelvuldig voor, zoals Cuwaert en koning Nobel in Van den vos Reinaerde of Elckerlyc in de tekst van die naam. Bij Hooft treffen we de naam Warenar aan, bij Wolff en Deken Sara Burgerhart, bij Dickens bijv. Pecksniff voor een huichelaar. Andere bekend geworden sprekende namen uit de Nederlandstalige literatuur zijn Pieter Stastok van Beets, Slijmering en Pennewip van Multatuli, Wistik en Pluizer van Van Eeden en Kramiek van Boon. Sommige sprekende namen blijken zo gelukkig gekozen dat ze gemeengoed zijn geworden in het spraakgebruik om bepaalde mensen te typeren: Jan Salie (Potgieter), Nurks (Beets), Droogstoppel (Multatuli), Flierefluiter (A.M. de Jong) en Dorknoper (Marten Toonder). Lit: Ch. Sennwald, Die Namengebung bei Dickens (1936) H.H.J. de Leeuwe, ‘De stijl van de Max Havelaar’ in P.H. Dubois [e.a.], 100 jaar Max Havelaar: essays over Multatuli (1962), p. 85-113 M. Ragussis, Acts of naming. The family plot in fiction (1986) P. Claes, ‘Sprekende namen bij Gezelle’ in Gezelliana 4 (1992), 2, p. 25-31 E. van Boven & G. Dorleijn, Literair mechaniek (1999), p. 298-299 (20032) R.F. Fleissner, Names, titles, and characters by literary writers. Shakespeare, 19th and 20th century authors (2001) J. Bliss, Naming and namelessness in medieval romance (2008) A. Fowler, Personal names in English literature (2012).
|
|