Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdaptoniemEtym: Lat. aptus = geschikt; Gr. onoma = naam. Voornaam en/of familienaam die (doorgaans als soortnaam begrepen) ook een kenmerk of hoedanigheid van de betreffende echt bestaande persoon aanduidt. Bijv. ‘Leopold K. Engels’ (naam van een voormalig hoogleraar Engelse taalkunde aan de KU Leuven) of ‘Peter France’ (naam van een voormalig hoogleraar Franse letterkunde aan de University of Edinburgh). Ondanks een zeker volksgeloof in de voorbestemming van namen (Lat. ‘nomen est omen’ of ‘de naam is een voorteken’; zie ook cratylisme), berusten dergelijke gevallen doorgaans op toeval. Aptoniemen vallen op omdat we er tegenwoordig van uitgaan dat familienamen weinig relevante informatie bevatten over de hedendaagse drager ervan. Een familienaam als ‘Vanparys’ suggereert dat verre voorouders allicht uit de Franse hoofdstad afkomstig waren (historische motivatie) maar we verwachten niet dat de huidige dragers ervan uit Parijs komen of er woonachtig zijn. In een aptoniem gaat een eigennaam ook als een beschrijvende soortnaam functioneren. Daardoor ontstaat een zekere dubbelzinnigheid en een grappig effect, zoals bij de woordspeling. Men kan het zoeken naar aptoniemen aldus situeren binnen de recreationele taalkunde. Zo organiseerde radiopresentator Frank Dane van Radio 538 een heuse ‘Hennie de Haan Cup’, die hij noemde naar Hennie de Haan (woordvoerder van de pluimveesector) en die heel wat verdere aptoniemen opleverde, waaronder Ferry Kok (kok op een ferry), Els Suiker (diabetesverpleegkundige), Mario Lek (loodgieter), Jip Rechtop (fysiotherapeut), Edgar Kaal (kapper), Wiel van der Wielen (specialist in het uitlijnen van wielen), enz. In de literatuur, waar auteurs vrij spel hebben in het scheppen van personages en het toekennen van namen (karakterisering), vinden we heel wat personages met een (fictief) aptoniem (bijv. ‘Roodkapje’ in het gelijknamige sprookje of ‘Nurks’ in de Camera Obscura van Nicolaas Beets): zie sprekende naam. Ook bij de keuze van een pseudoniem zullen letterkundigen vaak een naam kiezen die direct of indirect van toepassing is op hun werk of persoon. Lit: Fr. Nuessel, The study of names (1992) H. Hoekstra, Naam & faam (2001).
|