Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdcratylismeFilosofisch-taalkundige theorie die stelt dat een ‘essentiële’ (natuurlijke, intrinsieke) en dus ‘juiste’ band bestaat tussen woorden en de dingen waarnaar ze verwijzen. De theorie is genoemd naar de dialoog ‘Cratylus’ van de Griekse wijsgeer Plato (428/427 - 348/347 v. Chr.), die er de vraag in behandelt of taaltekens willekeurig en dus puur conventioneel zijn, dan wel een essentiële band hebben met de dingen die ze benoemen. Het personage Cratylus verdedigt deze laatste stelling, in tegenstelling tot Hermogenes. De overtuiging van Cratylus gaat in tegen het algemeen aanvaarde inzicht dat de meeste taaltekens arbitrair zijn. Behalve conventie is er geen reden waarom we blaffende viervoeters zouden aanduiden als ‘hond’, wat ook bewezen wordt door het feit dat andere talen er heel andere woorden voor hebben: ‘dog’, ‘chien’, enz. De regel van de arbitrariteit is overigens verre van absoluut, omdat er op welbepaalde manieren inderdaad zekere gelijkenissen kunnen bestaan tussen woord en ding (iconiciteit), of andere vormen van motivatie. Cratylistische opvattingen worden vaak ‘bewezen’ door te verwijzen naar de nog herkenbare oorsprong (etymologie) van woorden, die er dan de essentiële betekenis van zouden bevatten. Ze situeren zich evenwel in een poëtische of mythische eerder dan wetenschappelijk ondersteunde visie op taal, en hun fantasierijke afleidingen hebben meer te maken met etymythologie dan met taalkundige etymologie (etymythologie als porte-manteauwoord uit ‘etymologie’ en ‘mythologie’). Voor de motivatie die soms aan persoonsnamen wordt toegeschreven, zie ook aptoniem. Lit: G. Genette, Mimologiques: Voyage en Cratylie (1976).
|