Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdkarakterdramaDramavorm waarin het zwaartepunt van de handeling ligt op de karaktereigenschappen van één of meer personages en de manier waarop ze daardoor reageren in conflictsituaties. In het karakterdrama worden de personages getekend naar hun innerlijke identiteit en wordt de intrige bepaald door hun psychologisch bepaalde drijfveren. Opvallend is wel dat in het karakterblijspel (comédie de caractère) overwegend sprake is van typeringen (de vrek, de melancholicus, de intrigant e.d.) en in de karaktertragedie van veel meer individueel-psychologische karakteruitbeelding. Veelal zijn in het karakterdrama de grenzen tussen het komische en het tragische niet zo absoluut. Zowel in Bredero’s Spaanschen Brabander (1618) als in Tsjechovs De kersentuin (1903) komen beide elementen voor. In het karakterdrama spelen bij voorkeur grote thema’s, zoals de zin van het lijden, persoonlijke vrijheid, de macht van het verleden over het heden e.d. een rol. Belangrijke auteurs van karakterdrama zijn Henrik Ibsen (bijv. Hedda Gabler, 1890) en Anton Tsjechov (bijv. Oom Wanja, 1897). Een Nederlands auteur van dit type drama is Herman Heijermans (bijv. Dora Kremer, 1893). Lit: W. Kahl, Das Charakterstück (1955) M. Manheim, Vital contradictions: characerization in the plays of Ibsen, Strindberg, Chekhov and O’Neill (2002).
|
|