Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdstijlbreukInconsistentie of breuk in het gebruik van een bepaalde stijl binnen een tekst. Dit kan het gevolg zijn van een gebrek aan taalgevoel of stilistische vaardigheid en kan leiden tot stijlfouten. Maar in humoristische teksten kan men stijlbreuken met opzet gebruiken om hun komisch effect. Een auteur die dit type stijlbreuk bewust veelvuldig toepast is Gerard Reve, die een verheven stuk proza met tal van archaïsmen onverwacht kan afsluiten met een cliche-1. In ruimere zin wordt de term ‘stijlbreuk’ ook toegepast op het optreden van een nieuwe stijlperiode waarin gebroken wordt met de stilistische opvattingen in een eerdere periode. Zo kan men spreken van een stijlbreuk bij het optreden van de Tachtigers die zich afzetten tegen de domineedichters. De Tachtigers introduceerden een nieuwe periodecode waarin ze zich onderscheidden van hun voorgangers die schreven in de traditie van het 19de-eeuwse realisme-1 en de daarbij behorende stijl. Lit: G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, Bd 10 (2012), kol. 1274-1279.
|