Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdperiodecodeDe term code in deze samenstelling is afkomstig uit de communicatiewetenschap en de semiotiek en betekent zoveel als een systeem van symbolen dat door onderlinge overeenstemming (conventie) tussen zender (spreker, schrijver) en ontvanger (luisteraar, lezer) informatie kan overdragen. Onder een periodecode wordt dan een systeem van conventies verstaan die in een bepaald tijdvak (periode-1) in (literaire) teksten een belangrijke rol spelen en door lezers als zodanig herkend worden. Zo zou men de periodecode van de romantiek of van het modernisme kunnen vaststellen door de dominante codes van teksten uit die perioden op te sporen om zo tot periodisering te komen (zie ook dominant). Een voorbeeld daarvan is te vinden bij D.W. Fokkema in diens artikel in Forum der Letteren (1979), waarin hij de periodecode van het modernisme tracht te achterhalen. Een probleem bij het vaststellen van een periodecode is dat het codebegrip onvoldoende gedefinieerd is om een werkbaar criterium te zijn. Onduidelijk blijft bovendien of codes in de hier bedoelde zin niet afhankelijk zijn van de interpretatie van de onderzoeker en dus onderhevig aan verschil van inzicht in de dominantie van de verschillende codes. Lit: D.W. Fokkema, ‘Het modernisme: overwegingen bij de beschrijving van een periodecode’ in Forum der Letteren 20 (1979), p. 283-295 P.F. Schmitz, ‘De codemode in de literatuurwetenschap’ in Forum der Letteren 21 (1980), p. 283-295.
|