Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdperiode-1Etym: Gr. tijdruimte < Gr. peri = rondom; hodos = weg, tocht. Term uit de literatuurgeschiedschrijving die betrekking heeft op een af te grenzen tijdsbestek. In feite is een periode (synoniem: tijdvak) vergelijkbaar met een stroming en op te vatten als een mentale constructie die de literatuurhistoricus gebruikt om tot een ordening en afbakening te komen op grond van literair-historisch feitenmateriaal. Het stelt hem in staat dat feitenmateriaal in een grotere samenhang te presenteren. Daarbij wordt in de praktijk gebruik gemaakt van aanduidingen als renaissance, barok, verlichting, romantiek, naturalisme, modernisme e.d. voor de zgn. periodisering van de literatuurgeschiedenis. De aanduidingen van de perioden zijn van verschillende oorsprong, nl. ontleend aan een literaire, kunsthistorische, wijsgerige of levensbeschouwelijke stroming die in het ermee aangeduide tijdvak overheersend zou zijn geweest. Zie ook: periodecode. Lit: H.P.H. Teesing, Das Problem der Perioden in der Literaturgeschichte (1949) J.M.J. Sicking, 'Periodisering door middel van generaties' in Forum der letteren 23 (1982) 1, p. 46-59 F. Berndsen, Onderzoeksverslag in het kader van het onderzoeksprojekt: Geschiedenis van de Neerlandistiek (deel letterkunde) plus Theoretische problemen bij het beoefenen van de vakgeschiedenis (1989) S. Levie, 'Literatuurgeschiedschrijving' in P. Zeeman (red.), Literatuur en context: een inleiding in de literatuurwetenschap (1991), p. 252-279.
|