Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdsysteem(theorie)Theoretische en methodologische aanpak die literaire fenomenen wil beschrijven en analyseren door literatuur te beschouwen als een complex maatschappelijk en cultureel systeem. Algemeen gaan systeemtheoretische voorstellen niet uit van literatuur als een a priori gegeven onderzoeksdomein en vertrekken zij niet van de vraag naar het wezen van de literatuur. Tegenover een dergelijke essentialistische vraagstelling bepleiten ze een functionalistische aanpak, die vooral onderzoekt hoe literatuur daadwerkelijk functioneert in bepaalde constellaties. Een dergelijke benadering trekt bijgevolg radicaal de conclusies uit de opvatting van Tynjanov dat literatuur niet in termen van essenties bestudeerd moet worden, maar veeleer in termen van relaties. Binnen een systeemtheoretische benadering wordt onderzocht hoe – via een complex netwerk van relaties, actoren en handelingen, en types van discours – iets als ‘literatuur’ geleidelijk aan gestalte krijgt, en nader wordt geprofileerd en gelegitimeerd ten opzichte van andere culturele systemen (kunst, filosofie, religie e.d.). Een eerste invloedrijk analysemodel binnen de literatuurstudie vormde de zogenaamde polysysteem(theorie), die - op basis van het Russisch formalisme - werd ontwikkeld door enkele Israëlische onderzoekers (I. Even-Zohar, G. Toury). Volgens deze theorie vormt literatuur een polysysteem, dat zich enerzijds positioneert ten opzichte van andere culturele systemen en zich anderzijds intern differentieert in een aantal kleinere componenten. Aanvankelijk lag het accent vooral op de lotgevallen van literaire genres en tradities, waarbij het concept norm een centrale plaats bekleedde. Mettertijd is de polysysteemtheorie uitgebreid tot een theorie van culturele processen en heeft ze explicieter aansluiting gezocht bij de veldtheorie van P. Bourdieu. Dergelijke opvattingen zijn vooral van cruciaal belang gebleken binnen het domein van de vergelijkende literatuurstudie, het vertaalonderzoek en de analyse van intermediale contacten (tussen literatuur en film of plastische kunsten); zie ook transfer. Los van het polysysteemonderzoek ontwikkelden zich diverse varianten van soortgelijk systemisch onderzoek, vooral dan in het Duitse taalgebied. Bijzonder invloedrijk zijn de publicaties van S.J. Schmidt. Uitgaande van een breed opgezet interdisciplinair theoretisch kader (gebaseerd op de sociologie van N. Luhmann, de neurobiologische theorieën van Maturana en Varela, en het constructivisme) beschouwt hij literatuur als een (in de moderne maatschappij) autonoom systeem, dat verbonden wordt met specifieke handelingen en functies. Literatuuronderzoek bestudeert, binnen het kader van de empirische literatuurwetenschap, de voor literatuur typische handelingen (met de daarmee verbonden handelende actoren) met betrekking tot de productie, de verspreiding, de receptie en de verwerking (postprocessing) van literaire teksten: auteurs, distributiekanalen, literaire kritiek en leesgedrag. Achterliggend uitgangspunt vormt de wijze waarop het literaire systeem steunt op twee eigen conventies: enerzijds de esthetische conventie (de niet-referentiële verwijzing van teksten), anderzijds de polyvalentieconventie (die meer dan één interpretatie toelaat). Ook hier zijn duidelijke verbanden te leggen met de institutionele sociologie van P. Bourdieu. Andere systeemtheoretische benaderingen leggen dan weer sterker de klemtoon op de tekstuele structuur van literatuur, hetzij door literatuur te beschouwen als een aparte vorm van vertoog of discours, hetzij door de receptie- en interpretatiegeschiedenis van afzonderlijke teksten, binnen een hermeneutisch kader, te analyseren als een reeks onderling verbonden communicaties over literatuur. Algemeen stelt men vast dat deze theoretische voorstellen binnen de literatuurstudie continu aan belang winnen. Toch blijven enkele cruciale vragen bestaan. Een eerste probleem vormt de verbinding van een literair-theoretische benadering met een ruimere sociologische of zelfs cognitivistische inbedding. Een andere kwestie betreft de verhouding tussen theoretische constructies en gedetailleerd empirisch en literair-historisch onderzoek. Lit: L. von Bertalanffy, General system Theory (1968) N. Luhman, Soziale Systeme (1984) S.J. Schmidt (red.), Literaturwissenschaft und Systemtheorie (1993) D. de Geest, Literatuur als systeem, literatuur als vertoog (1996) J. Fohrmann & H. Müller (red.), Systemtheorie der Literatur (1996) R. Laermans (red.), Sociale systemen bestaan. Een kennismaking met het werk van Niklas Luhmann (1996) H. van Gorp e.a. (red.), Systems and fields, themanummer van Canadian review of comparative literature (1997) H. de Berg, Sinn und Unsinn einer systemtheoretischen Literatur- und Kommunikationswissenschaft (1997) Th. Hermans, Translation in systems (1999) N. Luhmann (vert. P. Gilgen), Introduction to systems theory (2012).
|