Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdminusprocedéEtym: Lat. minus = min(der). Begrip, uitgewerkt door de semioticus J. Lotman (sovjetsemiotiek), waarmee de opvallende afwezigheid van een bepaald tekstkenmerk bedoeld wordt. Het kenmerk dat op grond van de literaire conventie of op grond van een zekere interne regelmatigheid binnen de tekst verwacht werd, blijft afwezig en wordt precies door deze deviatie betekenisvol voor de tekst, zij het in absentia. Het begrip kan vergeleken worden met de zgn. nul-elementen die in de taalkunde onderscheiden worden. Zo wordt het onbepaalde lidwoord ‘een’ in het meervoud gerealiseerd door een nul-element [Ø]; het meervoud van het onbepaalde ‘een boek’ is ‘[Ø] boeken’ en het onderscheid met ‘de boeken’ (enkelvoud: ‘het boek’) toont aan dat dergelijke ‘afwezige’ elementen betekenis kunnen dragen. Op gelijkaardige wijze kan in de literatuur de afwezigheid van een causaal-logische geschiedenis in een verhaal op zich betekenisvol zijn, evenals de afwezigheid van eindrijm in een gedicht in een cultuur waar het gebruik van rijm geldt als een basisvereiste voor poëzie. Ook retorische figuren en narratieve strategieën als de ellips of de ijsbergtheorie tonen aan dat reductie of weglating manieren zijn om iets te benadrukken. Zie in dit verband ook minimalisme. Lit: J. Lotman, The structure of the artistic text (1977; Russ. 1971).
|