Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdminimalismeEtym: Lat. minimum = het kleinste. De term duidt een stijlkenmerk en artistieke visie aan die terug te vinden is in verschillende kunstvormen (beeldende kunsten, muziek, architectuur, film en literatuur) en in verschillende tijden. Hoewel het begrip daarin telkens andere connotaties krijgt en tradities heeft, houdt het telkens in dat de kunstenaar een minimum aan middelen gebruikt. De uitdrukkingsmiddelen worden met andere woorden systematisch beperkt. Die formele zuinigheid beoogt meestal een maximaal effect (vgl. minusprocedé). In de geschiedenis van de beeldende kunsten en de experimentele muziek kan men van een minimalistische stroming gewagen. Het minimalistische cliché ‘less is more’ gaat terug op de architecturale visie van Ludwig Mies van der Rohe. Beeldend kunstenaars zoals Carl Andre, Donald Judd, Sol LeWitt en Agnes Martin staan bekend om hun visueel sobere, abstracte kunstwerken. In de muziek wordt de stijlterm in de eerste plaats gebruikt voor de naoorlogse Amerikaanse componisten Philip Glass, Terry Riley, Steve Reich en La Monte Young. In de filmkunst vinden we minimalisme terug in de filmstijl van o.a. Robert Bresson of Michelangelo Antonioni. In de literatuur kan het minimalisme twee vormen aannemen. In het materiële minimalisme is de omvang van het individuele werk verregaand gereduceerd, zoals een roman die uit één zin bestaat of een gedicht dat uit één woord bestaat. Maar de lengte van een werk is niet de enige graadmeter. Van semiotisch minimalisme is er sprake als het werk zich op lexicaal, semantisch of syntactisch vlak uiterst beperkt. Zo is een gedicht dat op enkele bladzijden de woorden ‘ik’ en ‘jij’ herhaalt, ook minimalistisch. Door dergelijke strenge beperkingen vertoont minimalistische literatuur verwantschap met OuLiPo. Bovendien leunen de materieel minimalistische werken sterk aan bij beeldende kunst. Concrete poëzie of visuele poëzie is niet zelden minimalistisch. Daarnaast is de term gangbaar voor een groep van Amerikaanse prozaschrijvers, onder wie Ann Beattie, Raymond Carver en Mary Robison (vgl. ijsbergtheorie). Een eenvoudige prozastijl met korte zinnen wordt ook wel Hemingwayese genoemd, naar de Amerikaanse auteur Ernest Hemingway. Nederlandstalige dichters met uiteenlopende literatuuropvattingen, zoals Hans Faverey, Mark Insingel en Roland Jooris, hebben minimalistische poëzie geschreven. Lit: W. Motte, Small worlds (1999) J. Baetens, Pour en finir avec la poésie dite minimaliste (2014) # A. B. Kovács, Screening modernism. European art cinema, 1950–1980 (2007) P. Stephens, Absence of clutter. Minimal writing as art and literature (2020).
|