Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdpreromantiekPeriodiseringsterm uit de oudere vakliteratuur voor de tijd van de opkomst van de romantiek. Sommigen gebruiken de term als verzamelnaam voor reacties tegen het classicisme en/of de verlichting (piëtisme (piëtistische literatuur), Sturm und Drang e.a.); anderen duiden er in het algemeen de periode mee aan vóór Byron, Novalis, Chateaubriand en De Musset, Rousseau en Diderot in Frankrijk, de jonge Goethe en Schiller in Duitsland. In de jaren '60 van de 20ste eeuw is de term gangbaar geworden ten aanzien van figuren als Post, Bellamy, Feith, Van Alphen, Wolff en Deken. Omstreeks 1975 komt daar verandering in. Van den Berg stelt voor de term te vervangen door ‘late Verlichting’. Hij is van mening dat de suggestie van ‘romantische’ voorlopers ten aanzien van de genoemde schrijvers minder adequaat is dan de typering (ten aanzien van Van Goens e.a.) die aangeeft hoe schrijvers een nieuwe wending gaven aan datgene wat reeds bestond: de verlichting. Zie ook sentimentalisme. Lit: P. Viallaneix (red.). Le Préromantisme (1975) W. van den Berg, ‘Präromantik-Konzeption und die niederländische Literaturgeschichte’ in D.W. Fokkema e.a. (red.), Comparative poetics (1976), p. 169-197 M. Brown, Preromanticism (1991) E. Behler, Frühromantik (1992) A. Minski, Le préromantisme (1998) E. Francalanza, Le préromantisme: une esthétique du décalage (2006).
|
|