Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdpresentismeEtym: Lat. praesentia = het aanwezig zijn, tegenwoordigheid. Term die kadert in het methodologisch en epistemologisch debat over de mogelijkheid om het verleden te kennen en te begrijpen ‘zoals het echt geweest is’. Presentisten in dit debat voeren aan dat het onmogelijk is het heden te verlaten om terug te keren in de tijd. Het is daarom zowel nodig als onvermijdelijk om concepten, zienswijzen en bekommernissen uit het heden te gebruiken bij de studie van het verleden. De geschiedenis wordt beschreven in termen van het heden. Anti-presentisten – hun positie wordt ook aangeduid als historicisme – zullen hiertegen aanvoeren dat een dergelijke werkwijze in de val van het anachronisme trapt en geen rekenschap geeft van het verleden als zodanig. Een historische omgang met het verleden moet trachten een periode uit het verleden te begrijpen in haar eigen termen, niet in deze van het heden. Behalve deze twee tegenovergestelde posities, vindt men ook pogingen om ze op een of andere wijze met elkaar te verbinden door een dialoog of confrontatie tussen verleden en heden. In de literatuurstudie – vooral de Shakespeare studies – werd deze thematiek nogmaals aan de orde gesteld door T. Hawkes, die met enkele collega’s op polemische wijze de positie van het presentisme verdedigde op een ogenblik dat het (nieuwe) historicisme van St. Greenblatt e.a. (new historicism) voor velen gold als de norm. Lit: T. Hawkes, Shakespeare in the present (2002) H. Grady & T. Hawkes (red.), Presentist Shakespeares (2006) C. Spoerhase, ‘Presentism and precursorship in intellectual history’ in Culture, theory and critique 49 (2008), p. 49-72.
|