Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdwagenspelBetrekkelijk eenvoudig toneelstuk (esbat(t)ement, klucht-1) uit de late middeleeuwen. Tijdens een blijde inkomst of een ommegang werd op wagens door de plaatselijke rederijkerskamer of een bepaald gilde een aantal scènes meegevoerd, meestal in de vorm van een tableau vivant (toog). Deze scènes werden telkens op een vast punt opgevoerd, zodat de toeschouwers op die plaats het complete stuk zagen. Van meer uitgebreide stukken werden de verschillende scènes na afloop van de processie weer tot leven gewekt in een compleet toneelstuk (processiespel), waarbij men een wagen als podium gebruikte. In het mirakelspel Mariken van Nieumeghen (ed. Coigneau, 1982, hfst X, vs. 728-857) wordt het Wagenspel van Masscheroen opgevoerd, hetgeen leidt tot de bekering van Mariken. De andere twee bekende wagenspelen zijn Den berch van Thabor van het Haarlemse kleermakersgilde en Christus scrijft inder eerden, gespeeld door leerling-gezellen van het Middelburgse barbiersgilde. Het wagenspel vertoont veel gelijkenis met de Engelse pageant.
Wagen voor de Pacificatie van Gent (1878).[bron: R.L. Erenstein (red.), Een theatergeschiedenis der Nederlanden (1996), p. 471].
Lit: B.H. Erné, ‘Over wagenspelen’, in: Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde 50 (1931), p. 223-240 L. Peeters, ‘Het Wagenspel van Masscheroen’ in De Nieuwe Taalgids 64 (1971), p. 90-111 W. Tydeman, The theatre in the middle ages. Western European stage conditions ca. 800-1576 (1978), p. 95-113 H. Kindermann, ‘Das Publikum der religiösen Spiele in den Niederlanden’ in Das Theaterpublikum des Mittelalters (1980), p. 170-192 H. Pleij, N. van Rossem & R. Simons, ‘Een wagenspel in afleveringen als leesboek’ in J.J.Th.M. Tersteeg & P.E.L. Verkuyl (red.), Ic ga daer ic hebbe te doene. Een bundel opstellen voor F. Lulofs (1984), p. 179-204 P.F. Eligh, ‘Nogmaals het wagenspel van Masscheroen’ in De Nieuwe Taalgids 82 (1989), p. 337-342 B.A.M. Ramakers, ‘5 mei 1448: Begin van de traditie van de jaarlijkse opvoering van een van de zeven Bliscappen in Brussel’ in R.L. Erenstein (hoofdred.), Een theatergeschiedenis der Nederlanden (1996), p. 42-49 B.A.M. Ramakers, Spelen en figuren. Toneelkunst en processiecultuur in Oudenaarde tussen Middeleeuwen en Moderne Tijd (1996).
|
|