Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdtoogEtym: Middelned. tooch = schouwspel < togen = tonen. In de 15de en 16de eeuw gebruikelijke benaming voor een tableau vivant, een ‘stomme vertoning’, aanvankelijk vooral van een scène uit de heilsgeschiedenis. De toog kon deel uitmaken van een processie, maar ook van een intocht van een vorst, een blijde inkomst. Een van de eerste wat uitvoeriger beschreven togen is die n.a.v. de intocht van Filips de Goede in Brugge in 1440, toen er te zien waren op tallen houcke verscheiden chierate, poorten van triumphe ende costelicke tooghen ghemaect van stomme personagien, beeldewijs, metter inscriptie daer toe dienende. De toog was opgesteld in een van drie zijden ingesloten ruimte op een bepaalde locatie of op een wagen. Doorgaans ging het om een stellage met enkele achterschermcompartimenten en eventueel meer dan één verdieping (speelhuis). De voorstelling kon worden toegelicht door een geschreven tekst, maar ook door een explicateur. Na verloop van tijd ging de toog meer en meer deel uitmaken van een toneelspel, waarin de personages met pantomime of zelfs gesproken woord deelnamen aan de gehele voorstelling (de zgn. toogspelen). In ongeveer 265 van de ca. 600 bewaard gebleven rederijkersspelen (rederijkers, spel van zinne, esbat(t)ement) komt een toog voor.
Tableau vivant van Mozes met de wetstafels, tijdens de intocht van Karel V in Brugge. [bron: R.L. Erenstein (red.), Een theatergeschiedenis der Nederlanden (1996), p. 61]
Lit: W.M.H. Hummelen, ‘Het tableau vivant, de “toog” in de toneelspelen van de rederijkers’ in Tijdschrift Nederlandse Taal- en Letterkunde 108 (1992), 3, p. 193-222 B.A.M. Ramakers, Spelen en figuren. Toneelkunst en processiecultuur in Oudenaarde tussen Middeleeuwen en moderne tijd (1996) S. Bussels & B. van Oostveldt, ‘De traditie van de “tableaux vivants” bij de plechtige intochten in de Zuidelijke Nederlanden (1496-1635)’ in Tijdschrift voor Geschiedenis 115 (2002), 2, p. 166-180 B. Ramakers, ‘Veelzijdig en meerduidig: de tableaux vivants in de Brugse intrede van 1440’ in J. Oosterman (red.), Stad van koopmanschap en vrede: literatuur in Brugge tussen Middeleeuwen en Rederijkerstijd (2005), p. 97-132 E. Strietman, ‘Windows on the stage: some examples of the use of imagined spaces for religious and moral images on the rhetoricians stage’ in European medieval drama 11 (2007), p. 79-95.
|