Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdgrammaticaEtym: Gr. gramma-tikos = die kan lezen en schrijven; gramma-tikè = de kunst van lezen en schrijven < gramma = letterteken, schrift. In de Griekse en Romeinse oudheid zowel de studie van de taal als van de literatuur. In de middeleeuwen beperkte de grammatica zich tot de studie van de Latijnse taal en letteren, doordat de kennis van het Grieks verloren was gegaan. De studie van de letteren als doel op zich raakte echter in de middeleeuwen steeds meer op de achtergrond, wat evenwel niet wegnam dat iemand met een goede schoolopleiding een gedegen kennis van de klassieke auteurs als Ovidius, Vergilius en Statius had opgedaan. Grammatica was tekstverklaring in de ruimste zin van het woord: alles wat een tekst te bieden had, kon aan bod komen, maar de kern van het vak was te komen tot een correcte beheersing van het Latijn. Behalve spelling en vormleer werden ook de juiste woordkeus en een goede opbouw van het betoog (dispositio) tot de grammatica gerekend. Zonder de studie van de grammatica kon men zich de overige vakken van de artes liberales niet eigen maken: Gramarie is deerste sake; [grammatica is een eerste vereiste] Zodra men de grammatica beheerste, kon men zich bekwamen in de overige twee vakken van het trivium: de dialectica en de retorica. Pas daarna kon men zich de kennis van het quadrivium eigen maken. Als gevolg van de emancipatie van de volkstaal ging grammatica het correct en volgens de regels leren spreken en schrijven van de taal betekenen. In de 17de en 18de eeuw werd er voor het Nederlands een regelstelsel ontworpen op grond van rationele overwegingen en met de taalregels van het Latijn als leidraad. Dit is de basis van het begrip grammatica zoals dit door ons gehanteerd wordt. Zo leggen de leden van de Amsterdamse rederijkerskamer De Eglantier zich er ook op toe de Nederlandse taal te zuiveren, te veredelen en te verrijken. Dit resulteert in de op Latijnse leest geschoeide Twespraack van de Nederduytsche Letterkunst (1584), waarschijnlijk van de hand van H.L. Spiegel (1549-1612). De oudste officiële spelling van het Nederlands is de Verhandeling over de Nederduitsche spelling (1804), die is opgesteld door M. Siegenbeek (1774-1854). De studie van de grammatica is intussen een zuiver linguïstische wetenschap geworden. In de 19de eeuw ontwikkelden zich nieuwe deelwetenschappen van de grammatica: de fonologie die zich bezighoudt met de uitspraak van woorden, de morfologie die de bouw van woorden bestudeert en de syntaxis die de onderlinge relatie van woorden binnen de zin als object heeft. Moderne grammatica's van het Nederlands zijn o.m. M.C. van den Toorns Nederlandse Grammatica (19849) en de Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS; 19972). Lit: H. Klifman, Studies op het gebied van de vroegnieuwnederlandse triviumtraditie (ca.1550-ca.1650) (1983) G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 3 (1996), kol. 1030-1112 A. Aikhenvald, The art of grammar: a practical guide (2015).
|