Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdartes liberalesEtym: Lat. vrije kunsten. De zeven vrije kunsten of intellectuele vaardigheden (ars) voorbehouden aan vrije mensen. De artes liberales vielen uiteen in een trivium (Lat. drievoudige weg) en een quadrivium (Lat. viervoudige weg). Het quadrivium bevatte de exacte, ‘rekenende’ vakken geometria, astronomia, arithmetica en musica, het trivium de literaire, ‘sprekende’ vakken grammatica, dialectica en retorica. Het systeem ging terug op een geschrift van de Noord-Afrikaanse redenaar Martianus Capella die in zijn De nuptiis philologiae et Mercurii (vroege 5de eeuw n. Chr.) de retorische erfenis van de oudheid had bijeengebracht. De artes liberales werden de hele middeleeuwen door onderwezen. Met de opkomst van de middeleeuwse universiteiten rond 1200 vervulde het trivium de functie van een propedeutisch examen voor de studies die het hoogst in aanzien stonden: theologie en rechten.
Bladzijde met afbeeldingen van de vrije kunsten dialectica, rhetorica, geometria, arithmetica, musica en astronomia (250/1260). [bron: A.G.H. Bachrach e.a. (red.), Moderne Encyclopedie van de Wereldliteratuur, dl 9 (19842), p. 281].
Lit: P. Abelson, The seven liberal arts (1906) J. Koch (red.), Artes Liberales. Von der antiken Bildung zur Wissenschaft des Mittelalters (1959) G. Keil e.a., Beiträge zur mittelalterlichen Wissenschafts- und Geistesgeschichte (1982) D.L. Wagner, The seven liberal arts in the middle ages (19862) G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 1 (1992), kol. 1080-1109.
|
|