Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdbasistekstTerm uit de editietechniek voor een diplomatische editie of archiefeditie van een – bij voorkeur geautoriseerde (autoriseren) – ‘voltooide’ versie uit de tekstgeschiedenis (tekstgenese) waarop een editeur van een historisch-kritische editie zich baseert voor een van schrijf- of zetfouten gezuiverde leestekst. In principe maakt het niet zoveel uit welke versie genomen wordt als er meer dan één geautoriseerde voltooide versie beschikbaar is; de keuze hangt af van de intentie van de editeur al naar gelang hij wil aansluiten bij hetzij de prima manus, hetzij de ultima manus van de auteur. In het eerste geval zullen in het tekstkritisch apparaat de latere stadia van de tekstgenese aangegeven moeten worden; in het laatste geval de eerdere stadia. Bij teksten waarin de auteur ingrijpende wijzigingen heeft aangebracht, zullen de verschillen tussen prima en ultima manus zo groot zijn dat er meer dan één basistekst geconstitueerd en meer dan één leestekst geëditeerd kan worden. Lit: A. Kets-Vree, Woord voor woord. Theorie en praktijk van de historisch-kritische uitgave van een prozatekst, gedemonstreerd aan Een ontgoocheling van Willem Elsschot (1983), p. 324, 370 G.J. Dorleijn, J.H. Leopold: Gedichten uit de nalatenschap, uitgeg. en van editie-technisch en genetisch-interpretatief commentaar voorz., dl. 1 (1984), p. 47-55 P. Vincent, ‘Wat hoort bij het œuvre van Elsschot als basistekst te gelden?: naar aanleiding van het redactionele beleid van de verzorgers van de kritische editie’ in Vlaanderen 56 (2007) 15 (apr.), p. 106-107 C. Cailliau, ‘Jong bezield of oud bedaard?: een nieuwe editie van Willem Kloos' 'Verzen' en de keuze van een basistekst’ in Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 125 (2009), p. 404-418 M. Mathijsen, Naar de letter; handboek editiewetenschap (20104).
|
|