Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdbastaardvloekOpzettelijk veranderde vloek waarvan het uitspreken opluchtend werkt, maar die als gevolg van de onschuldige formulering zijn magische kracht verloren heeft, veelvuldig gebruikt in het rederijkerstoneel en het 17de-eeuwse kluchtige drama, bijv. ‘gants lyden’ in plaats van ‘Gods lijden’ zoals in G.A. Bredero’s Spaanschen Brabander (vs. 58). Een moderne bastaardvloek is ‘tjeempie’, oorspronkelijk ‘Jezus mijn’. Lit: C. de Baere, Krachtpatsers in de Nederlandsche volkstaal: een verzameling oudere en jongere bastaardvloeken (1940) J. Werkman, 'En alles vloekte, maar hij vloekte niet': misbruik en gebruik van Gods naam in de moderne literatuur (2001) P.G.J. van Sterkenburg, Vloeken, een cultuurbepaalde reactie op woede, irritatie en frustratie (20012) P. van Sterkenburg, Krachttermen: scheldwoorden, vervloekingen, verwensingen, beledigingen, smeekbeden en bezweringen (2008).
|
|