De mens van Paracelsus(1977)–Hedwig Speliers– Auteursrechtelijk beschermd Inhoudsopgave [Tunnel van telkens] [Bevrijd van het verbaal bezinksel] [Nomade in dit noemandsland, hij zwerft] [Sprakeloos geworden woorden wekken -] [In dit taxonomisch veld verstrooid,] [Denk Aldrovandi, en wat geschiedenis is] [Te liggen in de vouw der woorden -] [De etter in het vel, en het verval -] [Warmte, waarvan ik willig werktuig ben,] [Luisterend naar het landschappelijk lexicon,] [De arm gestrekt, ik word abeel:] [Als het paard paart, grijpt in het paradigma] [Op het lijf geschreven letters,] [Welneen, de taalweg is niet afgedicht -] [Jij bent mijn leesbaar, dus mijn leefbaar teken -] [Een ben in zichzelf vergrendeld,] [Omsingeld door het dagwerk en de dingen -] [Ik, die de mens van Paracelsus ben.] [Moederschoot, matrijs voor leven -] [Weet hoe ik mij verwijder] [Vertaling van de ruimte, tulp -] [Het leven erven, het leven sterven -] [Zolang ik tot je spreek ben jij niet] [Daar ben je dan, gesmolten] [Met betekenis getatoueerd] [Rivaal des hemels, je zwetend vel -] [Aas en aars, het beeld ontbreekt] [Verrast en falend, jij bent] [In het krachtveld van de kruiden] [Soms in dit vochtig wingewest]