De mens van Paracelsus(1977)–Hedwig Speliers– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 24] [p. 24] [pagina 25] [p. 25] [De arm gestrekt, ik word abeel:] De arm gestrekt, ik word abeel: gespleten vingers voor de takken, ondergronds, geworteld lichaamsdeel. Zo neem ik nachtelijk deel, een stond, maar met de wijsheid van wie wandelt in een met dauw besterd prieel; het woordgebaar van tand tot tong bevrijdt de al te strak gebonden mond. Vorige Volgende