7145. 1644 november 14. Van W. de Groot.Ga naar voetnoot1
Frater optime,
Has ad te litteras Amstelodamo scribo, quo ad nuptias cognati GraswinkeliiGa naar voetnoot2 evocatus excurri. Tua de exemplaribus mandata turbavit Vanderhogius,Ga naar voetnoot3 qui sua nondum mihi tradidit, cum interim ubique prostent. Ego iam Vossio exemplar a Blavio petam,Ga naar voetnoot4 redditurus ubi tua accepero, et curabo ut ipsi coram satisfaciam. Heri Salmasio exemplar compactum, quod et ipsum eadem lege ab Elzeviriis petii, in manus dedi;Ga naar voetnoot5 egit ille gratias et porro per litteras tibi acturum se promisit. Reigersbergius suum habet, neque aliis postponi merebatur.
Pro iis quae de rebus Italicis, Gallicis, Hispanicis scribis gratias habeo.Ga naar voetnoot6 Hic omnia fervent novis de victoria Suedorum adversus Danos, tam in pugna navaliGa naar voetnoot7 quam terrestri,Ga naar voetnoot8 sed de hac rumores adhuc sunt incerti. Interea constat convenisse de loco quo Suedo-Danica controversia finiatur, et iam aliquos e Dania ad eam rem deputatos.Ga naar voetnoot9 Faxit Deus ut aliquando firma pax inter tam vicinas nationes coalescat, nam id bellum praecipue moram iniicere videtur negotio Monasteriensi.Ga naar voetnoot10 De papae morbo audiuntur hic susurri;Ga naar voetnoot11 quicquid eius sit ex te spero intelligere.
| |
Quod tuum epigramma in Utenbogardum carmini Westerbanii subiectum est,Ga naar voetnoot12 id typographi culpa factum, qui hoc solum excusat, paucos tuos versus non potuisse seorsum excudi; ego nihil eius scivi priusquam prostarent carmina, quare exemplar tibi misi. Si quid hic in promovenda editione Anthologiae praestare possim, pro viribus annitar;Ga naar voetnoot13 satis diu me ista cura vexavit.
Te interea tuamque uxorem et liberos divinae tutelae commendare non desinam,
tibi obsequentissimus frater,
Guilielmus Grotius.
| |
Adres: A monsieur/monsieur Grotius, ambassadeur de la reine et couronne de Suede, à Paris. Port 16 st. 8.
Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 24 Nov.
En in dorso: 14 Nov. 1644 W. de Groot.
|
-
voetnoot1
- Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 24, 332. Eigenh. oorspr. Antw. op no. 7126, beantw. d. no. 7161.
-
voetnoot2
- Pieter Adriaensz. Graswinckel (1613-1684), zoon van een jongere broer van Alida's vader Jacob Graswinckel, trad op de 13de november 1644 in het huwelijk met Maria (1622-1708), dochter van de Amsterdamse koopman Samuel Godin (D.P.M. Graswinckel, Graswinckel, p. 128-131, p. 372-375; Elias, De Vroedschap van Amsterdam II, p. 549).
-
voetnoot3
- Jacobus van der Hooge was met lege handen in Den Haag verschenen. De vrachtvaarder aan wie hij het transport van zijn koffers en twee presentexemplaren van Grotius' Annotata ad Vetus Testamentum, Parijs 1644 (BG no. 1137), had toevertrouwd, was nog niet in de Republiek gearriveerd (nos. 7134, 7157 en 7169).
-
voetnoot4
- De Amsterdamse hoogleraar Gerardus Joannes Vossius ontving een exemplaar uit de winkelvoorraad van dr. Joan Blaeu.
-
voetnoot5
- Willem de Groot verscheen aan de deur op het moment dat de Leidse geleerde Claude Saumaise op klagelijke toon aan zijn Haagse vriend André Rivet schreef: ‘J'n'ai point encore veu les Notes de M. Grotius sur le V[ieux] T[estament] et ne le voulois pas achepter, me persuadant que j'en aurois un exemplaire de l'autheur, quoi que nous ne soyons pas ensemble les meilleurs amis de ce monde’.
Hij vervolgde zijn brief, dd. 13 november 1644, in een opgewektere stemming: ‘Il n'a pas manqué, car aujourdhui son frere me l'a apporté tout relié’ (Leroy-Bots, Corresp. Saumaise-Rivet, p. 391).
-
voetnoot6
- Nieuws over kardinaal Antonio Barberini (Rome), kardinaal Jules Mazarin (Parijs) en Elisabeth (Isabella), koningin van Spanje (Madrid).
-
voetnoot7
- Op 13/23 oktober behaalden de Zweden in de Fehmarnbelt een grote overwinning op de Deense vloot; zie nos. 7133-7135.
-
voetnoot8
- Het gonsde in de haven van Amsterdam van geruchten over de strijd van de Zweedse bevelhebbers Gustav Karlsson Horn en Helmut Wrangel in Skåne (Schonen) en Holstein.
-
voetnoot9
- De Deense commissarissen Just Høg en Ditlev Reventlov bereikten op 29 oktober/8 november met de Zweedse gedelegeerde Gustav Karlsson Horn overeenstemming over plaats en tijd van het Zweeds-Deense vredesoverleg: op 15/25 december zou in de grensplaats Brömsebro, op de weg van Kalmar (Zweden) naar Kristianopel (Denemarken), de conferentie een aanvang moeten nemen (Du Mont, Corps dipl. VI 1, p. 304-306; Oxenst. Skrifter 2. afd., VIII, p. 318; Fridericia, Danmarks ydre politiske historie II, p. 446-447, en Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 127-129).
-
voetnoot10
- De Staten-Generaal drongen niet aan op een beslissing over de ‘Munstersche besendinge’. Inderdaad maakten zij na de totstandkoming van de vrede van Brömsebro-Kristianopel (23 augustus 1645) meer werk van de afvaardiging
naar de vredesconferentie (Poelhekke, De Vrede van Munster, p. 175-179 en p. 213).
-
voetnoot11
- Paus Innocentius X (* 1574) maakte nog een vitale indruk (Pastor, Gesch. Päpste XIV 1, p. 25-28).
-
voetnoot12
- Grotius' gedicht ‘Utenbogardi funus’ (nos. 7047 (dl. XV) en 7081). Een drukker in de Republiek (A. Jz. Tongerloo) verwerkte de versregels in een bundel die de Loosduinse dichter Jacob Westerbaen had samengesteld naar aanleiding van het overlijden van de nestor van de remonstranten († 4 september 1644); zie no. 7110.
-
voetnoot13
- Willem de Groot wenste betrokken te blijven bij de uitgave van Grotius' Anthologia Graeca (BG no. 534).
|