Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 16

7135. 1644 november 7. Van P. Spiring Silvercrona.¹

Mijnheere,

Verleden Vrijdagh heeft ons den boode van Hamburg brieven medegebracht, meldende eene overgroote victorie voor haere conincklijcke Mayesteyts van Sweden scheepsvloote,² gaende hierneffens in druck.³ Morgen verwachten wij hiervan met verlangen de confirmatie en me[er]dere particularitijten.

De hooftarmeën liggen bij de Saal noch tegens malcanderen,⁴ ende ontbreeckt het den keyserschen seer aen proviant en voerage.⁵

Waermede niet hebbende om te allongeren,⁶ verblijve, mijnheere,

u. Excellentie dienstwilligste.

1 Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 13, 154. Niet ondertek. De brief is van de hand van Spirings secretaris Pieter Pels.

2 Op 13/23 oktober behaalden de Zweden in de Fehmarnbelt een grote overwinning op de Deense vloot; zie no. 7133.

3 Vgl. het ‘Extract-Schrijvens uyt de Relatie van ... Generael Major Wrangel, voerende het Opper-Commando van de Vloote van ... Sweeden. De d. ... 25 Oct. n. st., Den Haag (L. Breeckevelt) 1644 (Petit, Bibliotheek van Nederlandsche Pamfletten I, no. 2234).

4 De troepenbewegingen aan de Saale. Manschappen van de Zweedse veldmaarschalk Lennart Torstensson bestookten in de omgeving van Nienburg en Bernburg de kwartieren van het keizerlijke expeditieleger van Matthias, graaf Gallas.

5 De keizerlijken kampten met het probleem dat hun konvooien op de weg van Halberstadt naar Bernburg regelmatig werden overvallen door soldaten van het leger van de Zweedse generaal-majoor Hans Christoph, graaf van Königsmarck; zie no. 7133.

6 ‘allongeren’: de brief langer maken.

Den 7 Novembris 1644.

Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 16 Nov. 1644.