7024. 1644 augustus 29. Van W. de Groot.Ga naar voetnoot1
Frater optime,
Amstelodamum cum uxore et filiisGa naar voetnoot2 - quos inde iam Lugdunum ducamGa naar voetnoot3 - profectus, nudiustertius ibi tuas XX Augusti datas et XXVIII Augusti inscriptas accepi, et causas quidem cur ante tres septimanas non scripserim,Ga naar voetnoot4 quas tu recte divinas, proximis vicibus perscripsi. De Diderico vero nihil te habere doleo, neque enim particeps fuit eius quam Galli obtinuerunt victoriae,Ga naar voetnoot5 sed interim nec particeps fuit eius periculi quod multos hausit. De redemtione tecum bene spero.
De papae electione quid futurum sit, intelligere desidero.Ga naar voetnoot6 Interim avide hac occasione legi bullam Gregorii XV super tenendo conclavi,Ga naar voetnoot7 et relationem eorum quae in eligendo pontifice iam defuncto gesta sunt, ut quae iam in futurum ea de re scribentur possim capere. Gassionis consilia bene processerunt,Ga naar voetnoot8 et certe hoc praestitit ut iam Galli ab interioribus Flandriae arceri non possint. Princeps noster ad Receptaculum Gandavense bene reperit quod agat,Ga naar voetnoot9 nam et egregie munitum est et animose defenditur.
De Anthologia cum amicis agam, ut et de aliis rebus de quibus te proxime faciam certiorem.Ga naar voetnoot10
Hodie nuntius Hamburgo veniens refert Suedos inspectante exercitu imperiali et Danico castra movisse,Ga naar voetnoot11
| |
Adres: A monsieur/monsieur Grotius, ambassadeur de la reine et couronne de Suede, à Paris. Port 16 s.
Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. le 6 de Sept.
En in dorso: (29 Aug.) 1644 W. de Groot.
|
-
voetnoot1
- Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 24, 320. Eigenh. oorspr. Antw. op no. 7005, beantw. d. no. 7037.
-
voetnoot2
- Willem de Groot en zijn vrouw Alida Graswinckel namen afscheid van de Amsterdamse leermeesters van hun zonen Johan (1625-1678) en Jacob (1628-1694); vgl. no. 5834 (dl. XIII).
-
voetnoot3
- Johan en Jacob de Groot, sinds 10 februari 1643 ingeschreven aan de Leidse universiteit, vingen dit najaar hun rechtenstudie aan (Schutte, Repertorium II, p. 213-214 (Jacob) en p. 551-552 (Johan)).
-
voetnoot4
- Een brief van 8 augustus ontbreekt. Op 30 juli had Willem de Groot zijn broer reeds ingelicht over zijn reis naar gene zijde van de Maas, mogelijk naar het Land van Voorne; zie nos. 6984, 6997, 7003 en 7005.
-
voetnoot5
- De Frans-Weimarse officier Dirk de Groot was in de strijd om Freiburg im Breisgau gevangen genomen. In het Zwabisch-Beierse legerkamp was de verwarring blijkbaar zo groot dat de bewakers hem snel uit het oog verloren. In de tweede helft van augustus had Grotius' jongste zoon zich weer bij zijn eenheid in het leger van Henri de La Tour d'Auvergne, burggraaf van Turenne, gevoegd; zie no. 7030.
-
voetnoot6
- De partijstrijd in Rome na het overlijden van paus Urbanus VIII; zie nos. 6997 en 6999. Het conclave nam op 9 augustus een aanvang (Pastor, Gesch. Päpste XIV 1, p. 15-18).
-
voetnoot7
- De bullen ‘Aeterni patris filius’ (15 november 1621) en ‘Decet Romanum Pontificem’ (12 maart 1622) van paus Gregorius XV (Bullarum, diplomatum et privilegiorum sanctorum Romanorum pontificum ... Taurinensis editio tomus XII, p. 619-627 en p. 662-673). Misschien had Willem de Groot het oog laten vallen op de in 1622 te Rome verschenen uitgave Caeremoniale continens ritus electionis Romani pontificis, Gregorii papae XV. iussu editum. Cui praefiguntur constitutiones pontificiae et conciliorum decreta ad eam rem pertinentia, ed. Francesco Ingoli.
-
voetnoot8
- De afleidingsmanoeuvres van maarschalk Jean, graaf van Gassion, en Charles II de Lorraine, hertog van Elbeuf, in Picardië.
-
voetnoot9
- Frederik Hendrik had order gegeven om de vestinggrachten van Sas van Gent te overbruggen. Zonder grote verliezen kon het Staatse leger op de 22ste augustus twee bruggen aan de contrescarp bevestigen (Briefw. C. Huygens IV, p. 42-48, en Bots-Leroy, Corresp. Rivet-Sarrau II, p. 365). Op 5 september ging de Spaanse garnizoenscommandant don Andrea de Prada y
Muxica accoord met de ontruiming van het hoge en het lage Sas en het fort van Sint Anthonie (Het Staatsche leger IV, p. 141).
-
voetnoot10
- Het gesprek in de drukkerij van dr. Joan Blaeu over het persklaar maken van Grotius' Anthologia Graeca (BG no. 534) zou enkele dagen later plaatsvinden; zie no. 7033.
-
voetnoot11
- Bij het naderen van het keizerlijke expeditieleger van Matthias, graaf Gallas, had de Zweedse opperbevelhebber Lennart Torstensson zijn kwartieren in Kiel opgebroken.
-
voetnoot11
- Om tactische redenen was hij met zijn manschappen naar Rendsburg uitgeweken (no. 7013). Op 18 augustus startten de Zweden hun mars naar Bad Oldesloe. Onderweg passeerden zij enkele keizerlijke wachtposten, maar graaf Gallas liet hen gaan. Een week later vertoonden de soldaten van het leger van Lennart Torstensson zich reeds in Ratzeburg (ten zuiden van Lübeck) (Gazette 1644, no. 109, dd. 10 september 1644, met een bericht uit Hamburg van 23 augustus; zie ook Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 312-313, en Doc. Boh. VII, p. 134, nos. 385 en 386).
-
voetnoot12
- Vermoedelijk dateren de brieven van 14/24 augustus 1644.
-
voetnoot13
- 22 schepen van de hulpvloot van Louis de Geer lagen op de 19de augustus voor de ingang van de Sont. Admiraal Maerten Thijssen loodste hen langs de kust van Skåne (Schonen) in de richting van de Oostzee. De volgende dag passeerden de schepen ter hoogte van Kopenhagen twee Deense geschutsboten. Duizenden burgers aanschouwden het vuurgevecht (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 99-100, en ‘Brieven van Louis de Geer’, in BMHG 29(1908), p. 278-280).
|