Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 15

7005. 1644 augustus [20]. Aan W. de Groot.¹

Mi frater,

Nihil nunc abs te habui, credo, quod in Transmosanis esses locis.² De Diderico nostro iterum captivo nihil habemus.³ Sed cum dux Anguianus et marescallus de Turena plurimos Bavaricorum in proelio⁴ ceperint multis etiam occisis, facilis erit captorum redemtio. Papae mortuo quis successurus sit videbimus. Multae sunt factiones,⁵ quarum singulae milites ab Italiae principibus ad sui munimentum advocant. Cardinales novos papa mortem prospiciens, quamvis multum a gentilibus suis rogatus, facere noluit.⁶ Gassio castellum cepit⁷ ad Wattam inter Borborgum et Sancti Audomari urbem; creditur id aditum dare in Flandriae interiora. Turcica classis ad oram Italiae et Siciliae apparens metum incutit.

Rogo te de Anthologia negotium conficias.⁸

Deus te coniugemque et liberos servet,

tibi obligatissimus frater,
H. Grotius.

1 Gedrukt Epist., p. 971 App. no. 721. Beantw. d. no. 7024. Grotius voorzag de brieven die hij tussen 6 augustus en 10 september 1644 schreef, van dagtekeningen die niet altijd overeenkwamen met de datum van verzending.

2 Willem de Groot had in zijn brief van 30 juli (no. 6984) aangekondigd dat hij tijdens het zomerreces een bezoek wilde brengen aan gene zijde van de Maas, mogelijk aan het Land van Voorne.

3 Zie no. 7003. In deze brief maakte Willem de Groot een toespeling op de krijgsgevangenschap van de Frans-Weimarse officier Dirk de Groot.

4 Op 16 augustus ontving men in Parijs de definitieve bevestiging van de overwinning die Louis II de Bourbon, hertog van Enghien, en de Frans-Weimarse bevelhebber Henri de La Tour d'Auvergne, burggraaf van Turenne, in de strijd met de Zwabisch-Beiersen om de strategisch gelegen Schönberg (ten zuiden van Freiburg im Breisgau) hadden behaald (Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 205-207).

5 De partijstrijd in Rome na het overlijden van paus Urbanus VIII († 29 juli 1644); zie nos. 6997 en 6999.

6 Hoewel hij wist dat zijn leven ten einde liep, had paus Urbanus VIII zich niet laten overhalen tot een overijlde benoeming van acht nieuwe kardinalen in het Heilig College; zie no. 6878, en Pastor, Gesch. Päpste XIII 2, p. 877-879.

7 Deze berichten komen ook voor in Grotius' nieuwsbrieven van [20] augustus.

8 De zorg voor de uitgave van zijn Anthologia Graeca (BG no. 534).

27 [sic] Augusti 1644.