Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 6
(1967)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd2305. 1635 oktober 9. Van N. van ReigersberchGa naar voetnoot12.Mijn Heer, Over drie dagenGa naar voetnoot13 heb ick met den soon van den advocaet Van SorgenGa naar voetnoot14 geschreven. Desen laet ick gaen door de ordinaris handen; hij sal uEd. seggen, dat | |
ick over twee dagen over Zeelant twee brieven tergelijck, den eenen van den XVGa naar voetnoot1, den anderen van den XX Septemb., de eerste in lange, hebbe ontfangen. Wt mijne vooryge brieven sal uEd. sien, hoe weynych, nietiegenstaende soo meenychvuldygen devoiren, met CaesarGa naar voetnoot2 is gevoordert. Sij seggen noyt te gelijck thuys sijn geweest, ende weet het waer is. De genegentheyt van eenyge ende die vrij wat vermogen schijnt goet te wesen, dan sonder effecten kan men hem daer weynych op verlaten. Ten ware de difficulteyt om naer vremde plaetsen te reysen off om de grote sterfte in veel steden ende dorpen van Hollant, dagelijck noch toenemende, beswaerlijck hem wt sijn huys te begeven, soude voor desen selffs wederom derrewaerts sijn geweest; moet het nu wat insien. Ondertusschen sal het, occasie vindende, niet versuymen te recommanderen. Dat geen apparentie tot Manlius'Ga naar voetnoot3 vertreck is, heb ick uEd. voor desen geschrevenGa naar voetnoot4. CalaberGa naar voetnoot5, daerop geconsulteert sijnde, seyt den dienst van CimonGa naar voetnoot6 het gans niet en kan lijden; daerop is gevolcht resolutie bij AristotelesGa naar voetnoot7 conform GracchiGa naar voetnoot8 advys van hem bij VerusGa naar voetnoot9 te laten. PhilotasGa naar voetnoot10, genomineert om bij AlexanderGa naar voetnoot11 te gaen, excuseert hem; somyge meenen het ernst is, anderen, omdat hem vestigia deterreren, ten minsten om beter conditiën te maecken. MenanderGa naar voetnoot12 quam in concurrentie, maer de pluraliteyt gaff Philotas de preferentie. Den viant hout ontrent off in de Duffel noch vijff, ses duysent man tot ververssynge van het fortGa naar voetnoot13, de meeste macht is naer Gennep, alwaer een brugge geslagen hebben over de Mase. Tot veroveren van het fort siet men noch weynych apparentie. Men hout, dat den lantgraveGa naar voetnoot14 mede met den keyserGa naar voetnoot15 is geaccordeert. De tijdyngen van Ceulen ende Brabant seggen hartoch BernartGa naar voetnoot16 met den cardinael de la ValetteGa naar voetnoot17 sijn geslagen bij GallasGa naar voetnoot18, sij met de ruiterye ontrent Mets het ontcommen. De vrienden varen wel. De verleden weeck sijn hier 93 overleden van de contage, tot Leiden 1263. De Dunckerckers equiperen van nieuws. Soo doet men hier oock. Desen 9 Octob. 1635. | |
Adres: Mevrouw (Me)vrouw De Groot. Tot Paris. Op de adreszijde schreef Grotius: 9 Oct. 1635. N. Reig. rec. 1 Nov. n. st. En in dorso: 9 oct. N. Reigersb. 1635. Boven aan de brief: rec. 1 Nov. n. st. |
|