Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 6
(1967)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd2353. 1635 november 16. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot4.Mijn Heer, UE. laeste sijn geweest van den 9 OctoberGa naar voetnoot5, sij over acht dagen beantwoordtGa naar voetnoot6. Ick verwondere mij sedert niet ontfangen te hebben. Hier vreest men, dat CimonGa naar voetnoot7 nae AlcaeusGa naar voetnoot8 gaet. SimonidesGa naar voetnoot9 sal van hier daer gebruict werden om sulcx te beletten. De heer van SommerdijckGa naar voetnoot10 hoor ick de ambassade nae Engelant heeft geaccepteert. De jonge neef ReigersbergGa naar voetnoot11 heeft lust gehadt om derrewaert te gaen om de tael te leeren; heeft goede brieven van addres van den ambassadeur, die hier isGa naar voetnoot12. Nae t' belegh van Valence valt in die quartieren niet voor dan dat het Montferrat van de vrunden werdt opgegeten ende dat Anselmus FelsGa naar voetnoot13, keiserlijcke gesante, seer werckt ende wint onder de catholische Switsers. | |
Den marescal de ChastillonGa naar voetnoot1 is hier gecomen seer clagende over het weinigh volck, dat hij gehadt heeft in Picardië. Aen hertogh Bernhard van WeimarGa naar voetnoot2 werdt 400m gulden gesonden ende belooft vier millioenen s' jaers, midts onderhoudende twaelff duisent te voet, ses duisent te paerd; minder volck, minder gelt. Hij belooft, dat de geconfedereerde, die bij de confederatie blijven ofte noch daerbij sullen comen, niet en sullen handelen sonder den coningGa naar voetnoot3. Die geconfedereerde sijn niemant, want alle hebben sij de confederatie gequitteert. Straesburg heeft wel noch niet gehandelt, maer geeft niet één penning aen gelt. Dat leger sal heel aen Vrancrijck sijn. Gallas'Ga naar voetnoot4 volck loopt tot in t' hertogdom van Bourgogne. Veele teeckenen doen mij geloven, dat EusebiusGa naar voetnoot5 het niet groen en heeft op ons NeefGa naar voetnoot6. Den man van RijsGa naar voetnoot7 traffriqueert hier seer. Veele meenen, dat VindexGa naar voetnoot8 ende HannibalGa naar voetnoot9 al weten, hoe sij malcander bejegenen sullen. Elck vischt op sijn getij. Den graef Jacob van HanouGa naar voetnoot10 heeft hoop, dat den landgraefGa naar voetnoot11 noch goet hout, meent hem te vinden ende wat te vercrijgen tot stijving van die stadt, die soo wel heeft gemeriteert. UE. sal daer verstaen, dat een deel van t' Sweedsche volck is gegaen nae de Weser. Van de religie van den hertogh van BouillonGa naar voetnoot12 sijn wij hier noch in twijffel. Veele meenen, hij over lang met den coning gehandelt heeft van recompense, soo op de religie, als voor Sedan. Van sijn broeder, den vicomte de TurenneGa naar voetnoot13, hebben die van de religie oock de beste opinie niet. Ick recommandere uE. alle mijne saecken. Tot Parijs, den 16 Nov. nieuwe stijl 1635.
RotterdamGa naar voetnoot14, boecken, papieren; DidericGa naar voetnoot15 verwacht ick. | |
Adres: Mijn heer Mijn heer Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant. In Den Hage. port van Amsterdam. In dorso schreef Van Reigersberch: broeder de Groot, den 16 Nov. 1635 wt Paris. |
|