Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 3
(1961)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd1348. 1628 december 9. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot1.Mon frère, Op den uwen van den XXVI voorleden antwoordt ick om de coustume te onderhouden, sonder dat hyer yet sonderling passeert. Den coning sal zijn entrée hyer doen op Donderdagh toecomende ende sal voort hij ende 't hoff hyer blijven, soodat men haest sal zyen, waerhene de saecken van Engelant ende onse ambassadeGa naar voetnoot2 haer sullen keren. Monsr. de BeauclercqGa naar voetnoot3 is hyer, ick heb hem ende anderen doen verstaen, dat monsr. de BaugyGa naar voetnoot4 vrunden sal vinden. De trouppes van den coning houden noch dye cours, dat zij connen gaen nae Italiën ofte nae Languedock zijnde beyde dye saecken niet buyten apparentie van handeling, alsoo men meent, dat Montauban gedeputeerden herrewaert sal senden. De tijdinge van 's keysers coortse heeft hyer eenige luyden van staet doen discoureren, dat men behoort te trachten den vorst van BeyerenGa naar voetnoot5 tot het keyserdom te helpen, waertoe de paus aen d'eene sijde soude helpen, alsoo hij niet alleen de Spaensche macht vreest, maer bij den keyser werdt gerudoieert ende aen de andere zijde 's palsgraeffsGa naar voetnoot6 vrunden, om met eere yet voor hem te becomen. Ick wensche de besoigne van de gedeputeerden van den prins van Orangie wel mogen gaen. Soo den nuntiusGa naar voetnoot7 met te schrijven aen den bisschop daer yet in can helpen, houde het daervoor, dat hij garen d'intentie van Zijn Extie. sal seconderen, alsoo hij een zeer redelijck persoon is, selff bij dye van de religie alhyer daervoor gehouden. NumerianusGa naar voetnoot8 dyent met alle manieren gesecondeert, oock en can het niet dan groote opspraeck maecken onder de gemeente, dat BerckGa naar voetnoot9 is losgelaeten ende dat de predicantenGa naar voetnoot10 blijven sitten. UE. advys nopende d'Engelschen te Vlissingen is goedt ende wel gefundeert. Men moet Vrancrijck niet meer offenseren. 't Is hoogh genoech. Ick prijse de voorsichticheyt van monsr. de Baugy, dat hij hem van dye hatelijcke retraicte heeft ontslagen, ende hoope, dat messrs. de ThouGa naar voetnoot11 hyer comende, ons alle goede tijdinge van daer sullen brengen. Nopende het bestellen vinde de wegh door CaracallaGa naar voetnoot12 dangereux. Alle de brieven, dye door dye handt comen, werden acht daegen opgehouden ende apparentelijck gevisiteert. UE. om seecker te gaen sal gelieven allesins te gebruycken Croix de fer, Surendonc, OlivierGa naar voetnoot13. Ick sal noch de wegh over Amsterdam | |
houde, totdat uE. beter middel sal hebben geadviseert, 't zij door FranchimontGa naar voetnoot1 ofte dyergelijcke, dye gewent zijn brieven van hyer te ontfangen. Men spreeckt hyer veel van ons groot incomen van 't cleyne segel, bij ArsensGa naar voetnoot2, soo men seyt, geïnventeert. Wilde wel weten, wat hetselve importeert. Wij doen allegader onse gebiedenisse. Den IX December XVIcXXVIII. UE. dyenstwillige broeder
| |
Adres: Mijnheer Mijnheer Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant. Port. In 's Gravenhage. In dorso schreef Reigersberch: broeder de Groot den 9 Decemb. 1628. |
|