Van Afra tot de Zevenslapers. Heiligen in religie en kunsten
(1992)–Louis Goosen– Auteursrechtelijk beschermdMarguérite Marie Alacoquewas non in het klooster van de, in 1501 door Johanna van Valois gestichte, beschouwende orde der annuntiatinnen (ook ‘rode annuntiatinnen’ genoemd naar hun rode scapulier) te Paray-le-Monial (Saône-et-Loire). Zij werd in 1647 in het Bourgondische Lauthecourt geboren als dochter van een gerespecteerde rechter en notaris Alacoque, die stierf toen Marguérite 8 jaar oud was. Na zijn dood volgden voor haar jaren van ziekte en van vernederingen door verwanten. In 1671 werd zij lid van de naar Maria's annunciatie genoemde orde. Onder leiding van de jezuïeten Claude de la Colombière, haar leidsman, en Jean Croiset, met wie zij correspondeerde, gaf zij, steunend op visioenen en particuliere openbaringen in 1673-74, een nieuwe impuls aan de Heilig-Hart-devotie. Tijdens een Jezus-verschijning op de octaafdag van het sacramentsfeest (»Juliana) in 1675 zou zij opdracht hebben gekregen zich in te zetten voor de invoering van een liturgisch feest ter ere van het Heilig Hart, voor het ontvangen door de gelovigen van de heilige communie op de eerste vrijdag van de maand, en voor de viering van een ‘heilig uur’ van aanbidding op de donderdagavond daaraan voorafgaand. Ondanks tegenwerking van haar oversten en verzet van de kant van de rigoristische jansenisten (»Augustinus) en de josephinisten (volgelingen van de Oostenrijkse keizer Joseph ii, die de Kerk volgens de ideeën der Verlichting reformeerde) hadden haar inspanningen succes. In de laatste jaren van haar leven was Marguérite novicenmeesteres van haar klooster. Zij stierf in 1690 te Paray-le-Monial en werd daar in de Chapelle de la Visitation begraven. Haar graf werd in de loop der tijd doel van bedevaarten.
De Heilig-Hart-devotie is een zeer gevoelige vorm van mystieke Jezus-spiritualiteit geweest. Met wortels in de bijbel (Joh. 7,37 en 19,34) en de patristiek (»kerkvaders), was deze vooral in de tweede helft van de 13e eeuw gepropageerd door cisterciënzer monialen van het klooster Helfta bij Eisleben, zoals Mechtild van Hackeborn en Gertrud van Helfta, in de 14e eeuw door »Francisca Romana en de mystica Juliana van Norwich (The Sixteen Revelations of Divine Love 1395) en in de 17e eeuw opnieuw in Frankrijk ingevoerd door de priester Jean Eudes (La vie et le royaume de Jésus 1673). Het was Marguérite die de tot dan toe lokaal beleefde devotie naar een over de hele Kerk verspreide en officieel erkende Jezus-beleving leidde, die vele katholieken van de 18e eeuw tot ca. 1950 massaal inspireerde: Jezus' hart als symbool van zijn liefde tot het uiterste (Joh. 13,1). Pausen sanctioneerden haar ideeën, waarbij Leo xiii (»Pius x) zo ver ging dat hij de hele mensheid in 1900 aan het Heilig Hart toewijdde. Steden werden verrijkt met Heilig-Hart-beelden op pleinen; in de katholieke huiskamers gloeide een rood elektrisch lampje voor een gipsen, zoetelijke, op zijn doorboorde hart wijzende Jezus; en massa's vromen trachtten met misbezoek en communie de cyclus van negen ‘eerste vrijdagen’ te vieren om daarmee het, door Jezus aan Marguérite als zeker toegezegde, hemelse heil te verwerven. In 1956 verdedigde Pius xii in zijn encycliek Haurietis auquas de devotie tegen opkomende kritiek, | |
[pagina 245]
| |
maar wees ook excessen aan. Men dient daarbij te denken aan eenzijdige inzet en benadrukking van de ideeën als steun bij Franse nationalistische tendensen en door 19e- en begin-20e-eeuwse restauratieve bewegingen. In 1864 werd Marguérite zalig en in 1920 heilig verklaard. Haar feest wordt op 17 oktober gevierd. Marguérite Marie werd afgebeeld in haar ordekleed, vaak in aanbidding voor het Heilig Hart geknield met haar handen kruislings over de borst gevouwen: schilderij ca. 1750 van Delangle in de Bibliothèque Nationale te Parijs. Hess beeldde haar ca. 1890 in extase af. Mucciolo bracht op een mozaïek in 1857 de verschijning van Jezus aan de heilige bij een altaar in beeld (Sint Pieter te Rome). In de Pieterskerk te Leuven hangt een 18e-eeuws, Vlaams schilderij, waarop zij in een rijk barok gewaad gekleed is. Devotieprentjes uit de 19e eeuw met afbeeldingen van Jezus' verschijning aan Marguérite begeleidden de Heilig-Hart-devotie. Bea e.a. 1959; Brun 1980; Gauthey 1920; Hamon 1923-40 en 1928; Schwendimann 1942. |
|