Van Afra tot de Zevenslapers. Heiligen in religie en kunsten
(1992)–Louis Goosen– Auteursrechtelijk beschermdFrançois de Saleswerd in 1567 geboren op slot Sales bij Thorens-Glières in de Savoie. Hij studeerde te Annecy en Parijs (theologie). Tijdens deze laatste studie maakte hij - onder de indruk van Calvijns leer van de predestinatie - een crisis door, in de overtuiging voor eeuwig verdoemd te zijn. Hij herwon tijdens een gebed tot Maria zijn vertrouwen, zette zijn studie voort te Padua (burgerlijk en kerkelijk recht) en liet zich - tegen de wens van zijn familie - in 1594 priester wijden. Daarmee gaf hij een in het verschiet liggende, glanzende carrière op. Vijf jaar werkte hij in de streng gecalviniseerde Chablais, een streek die hij onder het doorstaan van grote gevaren tot de katholieke confessie wist terug te brengen. In 1599 werd hij hulpbisschop van het bisdom Genève (met zetel te Annecy). In die hoedanigheid kwam hij in nauw contact met grote figuren uit de Franse Contrareformatie, zoals Madame Barbe Acarie, Pierre de Bérulle en »Vincentius a Paolo. Als bisschop voerde hij vanaf 1602 de hervormingsdecreten van het concilie van Trente (1545-63) door, visiteerde hij onvermoeibaar zijn bisdom, preekte, was veler biechtvader en zorgde voor uitstekende katechese onder zijn diocesanen. In 1604 leerde deze bisschop een dochter van de voorzitter van het Franse parlement, Jeanne-Françoise Frémyot kennen, die gehuwd was geweest met baron Christoph de Chantal. Zij wijdde zich na de dood van haar man, die tijdens een jachtpartij was omgekomen, naast de opvoeding van haar vier kinderen aan gebed en caritas. François werd haar raadgever, vriend en correspondent, en stichtte in 1610 samen met haar te Annecy de contemplatieve orde der visitandinnen (Ordo de Visitatione Beatae Mariae Virginis) met als doel contemplatie en caritas. Hun vriendschap werd exemplarisch voor elke latere - in benauwender tijden met argwaan bekeken - spirituele relatie tussen devote mannen en vrouwen. Vanaf 1618 stond hij ook in levendig contact met Angélique Arnauld, abdis van Port-Royal, die in 1635 Jean-Ambroise Duvergier de Hauranne, abt van Saint-Cyran (altijd Saint-Cyran genoemd), met haar cisterciënzerinnen voor het rigoristische jansenisme zou winnen (»Augustinus). François de Sales liet een omvangrijk oeuvre in prachtig Frans na, dat 26 banden beslaat en voor het grootste deel bestaat uit brieven, preken en geschriften inzake de geestelijke leiding van devoten. Leer en sentiment zijn karakteristiek voor de vroomheid van de barok: sterk gericht op de gevoelswereld van de mens, een ‘humanisme dévot’, dat later school zou maken en velen tot in het begin van de 20e eeuw ook via vertalingen van François' werken zou beïnvloeden. Zijn meest gelezen werken zijn Introduction à la vie dévote 1609, waarin hij de ziel die hij Philothea noemt leiding geeft, en Traité de l'amour de Dieu 1616, waarin hij zijn lezer die hier nu Timotheüs heet in de christelijke leer onderwijst. Zijn stijl is helder, zijn manier van spreken direct en zijn onderricht praktisch, vaak geestig en terzake. Binnen een halve eeuw na zijn dood, op een reis te Lyon in 1622, werd François de Sales gecanoniseerd (1665). In 1877 werd hij verheven tot kerkleraar, in 1923 tot patroon van de katholieke pers en de journalisten en schrijvers uitgeroepen. Hij is ook de patroon van de door »Giovanni Bosco in 1857 te Turijn gestichte congregatie der salesianen. François' feest valt op 29 januari. | |
[pagina 159]
| |
François de Sales wordt afgebeeld als bisschop (»clerici), in vol ornaat of in dagelijkse dracht in toog met rochette, schoudermanteltje en de Franse, witte, gespleten priesterbef, als oudere kalende man met korte baard. Zijn attribuut is een hart dat met doornen is omwonden. Zijn fysionomie gaat terug op een realistisch portret uit 1613 in de Saint-Gatien in Tours, dat in de 17e eeuw meerdere malen nagevolgd werd, onder meer op een houten buste in de kerk te Saint-Léomer (Vienne) en een populaire gravure van Cabbaey. Afgebeelde scènes hebben vooral betrekking op de orde der visitandinnen: schenking van de regel op een schilderij ca. 1710 van Halle in de Saint-Louis-de-l'Île te Parijs en François met zijn religeuzen in aanbidding voor het Heilig Hart (»Marguérite Marie Alacoque) op een werk 1760 in het klooster van Las Salesas Reales te Madrid. Zijn barokke triomf werd geschilderd door Gubbiani op een werk 1685 in de Sant'Apostoli te Florence en door Natoire 1760 in de kathedraal te Nîmes. Portretten van Jeanne Frémyot de Chantal werden in de tweede helft van de 16e eeuw geschilderd door Elle de Oudere (in het kleed van haar orde) en in 1636 door een anonymus (klooster van de Visitatie te Turijn). Haar intreding was onderwerp van een schilderij ca. 1700 van Boverini in de Accademía te Carrara. Bordeaux 1952; Danemarie 1953; Franciscus van Sales 1960; Hämel-Stier 1954; Quinard 1950; Salvini 1967. |
|