Van Andreas tot Zacheüs. Thema's uit het Nieuwe Testament en de apocriefe literatuur in religie en kunsten
(1997)–Louis Goosen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 284]
| |
Uriëlis een aartsengel uit de joods-christelijke traditie wiens naam niet in de bijbel genoemd wordt. Volgens de joodse overlevering is deze engel - zijn naam betekent ‘licht/vuur Gods’ - aanvoerder van de hemellichten en heer van de kosmos en de onderwereld, waar hij de gevallen »engelen bewaakt (Henok-boeken). Het boek Zohar (‘Glans’: het belangrijkste werk uit de kabbalistiek) noemt hem de bewaker van alle aan God gebrachte offers. Volgens de christelijke apocriefe literatuur zal hij bij het Laatste Oordeel de gestorvenen voor de rechter brengen en aansporen tot boete (»Sibyllijnse boeken). Een traditie in de exegese van het Proto-evangelie van Jakobus (»Anna & Joachim) zegt dat de engel die »Johannes de Doper als kind in de woestijn beschermde, Uriël was. In de christelijke traditie werd zijn verering vanwege zijn niet-bijbelse achtergrond verboden, onder meer op de Lateraanse Synode van 745. De Koptische liturgie viert hem op 15 juli als engel Suriël.
Uriël is meestal te zamen met de andere aartsengelen (»Gabriël, Michaël en Rafaël) afgebeeld: koepelmozaïeken 550 in de Sant' Andrea te Ravenna en ca. 820 in de San Zeno te Ravenna. Ook is Uriël, hoewel niet genoemd, altijd aanwezig wanneer rond een afbeelding van de ‘heerlijkheid Gods’ of een Majestas Domini vier engelen aanwezig zijn (timpaan, waarschijnlijk uit de 12e eeuw te Saint-Amour-Bellevue en ca. 1120-30 in het Laatste Oordeel in het portaal te Autun). Van de vier engelen die vanouds de vier hoeken van het Dogenpaleis te Venetië bezetten, is Uriël rond 1440 verplaatst naar de spits van de campanile, dit vanwege de bouw van de Porta della Carta. Egid Asam hing deze aartsengel in stucreliëf in 1721 aan het gewelf in de kloosterkerk te Weltenburg. Als beschermer van Johannes de Doper ziet men de engel op het Johannes-altaar ca. 1260-70 in de Pinacoteca te Siena en op een fresco ca. 1250-70 in het baptisterium te Parma. In de middeleeuwse drama's treedt Uriël op in stukken die zich met engelen occuperen. Rosenberg 1986. |
|