Van Aiol tot de Zwaanridder. Personages uit de middeleeuwse verhaalkunst en hun voortleven in literatuur, theater en beeldende kunst
(1993)–W.P. Gerritsen, A.G. van Melle– Auteursrechtelijk beschermdYder,de zoon van Nuc of Nut, is de hoofdpersoon van de vroeg-13e-eeuwse Oudfranse roman Yder. Vanwege het negatieve beeld dat van »Artur wordt gegeven, noemt men de Yder ook wel een ‘anti-Arturroman’. Volgens de roman is Yder geboren in Cardoil als zoon van een edelvrouwe die al voor Yders geboorte in de steek was gelaten door haar geliefde. Met een halve ring als herkenningsteken gaat Yder op zoek naar zijn vader. Onderweg vat hij liefde op voor koningin Guenloie. Om haar waardig te zijn zal hij zich eerst moeten bewijzen als ridder. Op zijn zoektocht ontmoet hij koning Artur, die hij bijstaat in zijn gevecht tegen twee ridders. Hij doodt beide tegenstanders en hoopt dat Artur hem tot ridder zal slaan. Als de koning hem echter vergeet, verlaat Yder teleurgesteld het hof. Hij ontmoet daarna koning Ivenant, die belooft hem tot ridder te zullen slaan als hij de verleidingspogingen van zijn vrouw kan weerstaan. Met veel humor wordt beschreven hoe Yder daarin slaagt en tot ridder wordt geslagen. Hij trekt verder en komt samen met zijn schildknecht Luguain bij kasteel Rougemont, waar de opstandige leenman Talac wordt belegerd door koning Artur. Yder besluit Talac te helpen. In het strijdperk blijkt hij te sterk voor Arturs ridders: hij stoot iedereen uit het zadel, Kei (»Keye) wordt zelfs driemaal door hem verslagen. Guenloie, die zonder dat Yder het weet de strijd van nabij volgt, herkent Yder niet. Beiden lijden onder hun verlangen naar elkaar. Ook de volgende dag behaalt Yder, samen met Talac en nog zes andere ridders, de overwinning. Zelfs wanneer Kei verraderlijk dertig man tegelijk op hen afstuurt, worden dezen verslagen. Ook Gawain (»Walewein) heeft inmiddels gehoord van Yder en besluit tegen hem in het strijdperk te treden. Yder licht hem uit het zadel en wil zijn paard wegvoeren, maar Artur komt tussenbeide. Terwijl zij over het paard twisten, steekt Kei Yder in de rug neer. Beide kampen zijn zo ontsteld over deze wandaad en over de ernst van Yders verwonding, dat Artur en Talac zich verzoenen. Luguain voert Yder op een draagbaar weg en niemand gelooft dat hij nog zal genezen. Onderweg ontmoet hij Guenloie, die Yder herkent, het zwaard vakkundig uit de wond trekt en de wond verbindt. Zij wijst Luguain een klooster waar Yder verzorgd kan worden. Wanneer men aan het hof hoort dat Yder niet dood is, maar herstellende in een klooster, besluit Gawain hem op te zoeken. Koningin Guenevere wil mee, wat de jaloezie van Artur opwekt. Toch voegt ook hij zich bij het gezelschap. Yder wordt uiteindelijk overgehaald om naar het hof te komen. Wanneer op een dag koning Artur afwezig is, redt Yder Guenevere van een beer. Intussen wordt het kasteel van Talac belegerd, maar Artur weigert zijn leenman te hulp te komen. Gawain en »Yvain vertrekken naar Rougemont. Zij vragen echter Yder niet mee, omdat zij bang zijn dat zijn wond nog niet voldoende genezen is. Yder voelt | |
[pagina 366]
| |
zich in de steek gelaten en verlaat ongemerkt Arturs hof. Na twee dagen arriveert hij bij Rougemont om Talac te helpen, maar het beleg blijkt opgebroken te zijn. Er staat nog slechts één tent, waarin een jonkvrouwe zit die hem vraagt de identiteit te achterhalen van een ridder die haar elke dag aanspreekt. Wanneer deze ridder weigert zijn naam te zeggen, volgt een vreselijk gevecht dat beide ridders fataal dreigt te worden. Wanneer Yder de ring waarmee hij zijn vader kan herkennen in de strijd verliest, waagt hij zijn leven om hem op te rapen. De onbekende ridder is hierover zo verbaasd dat hij de strijd staakt. Yder vertelt hem het verhaal van de zoektocht naar zijn vader. Dan maakt de ridder zich bekend: hij heet Nuc en blijkt Yders vader te zijn. Nuc besluit onmiddellijk Yders moeder te gaan opzoeken om met haar te trouwen. Yder stuurt een boodschap naar Guenloie en begeeft zich met zijn vader op weg naar Arturs hof te Caerleon. Artur is (ten onrechte) zo jaloers op Yder, dat hij besluit hem uit de weg te ruimen als de gelegenheid zich voordoet. Hij weet zich daarin gesteund door Kei. Artur gaat met Gawain, Yvain, Kei en Yder op pad om avontuur te zoeken. Zij komen Guenloie tegen, die op weg is naar het hof om Yder te ontmoeten. Hoewel zij elkaar herkennen, spreken zij niet met elkaar. Guenloie vraagt Artur om hulp bij het vinden van een echtgenoot en stelt voor te trouwen met degene die haar het mes zal brengen van de twee reuzen die het bos van Malvern onveilig maken. Yder doodt beide reuzen zonder hulp van de anderen (Artur weerhoudt hen ervan Yder te helpen) en bemachtigt zo het mes. Na de strijd biedt Kei aan water te halen voor de dorstige Yder. Hij brengt hem water uit een vergiftigde bron. Daardoor lijkt Yder de volgende dag dood. Kei veronderstelt dat het gif van de reuzen afkomstig is. Artur en zijn drie ridders vertrekken zonder de dood gewaande Yder, die wordt gevonden door de twee zoons van de koning van Ierland, die hem met behulp van een tegengif genezen. Zij reizen naar het hof, waar Gawain en Yvain treuren om Yders dood, terwijl Artur en Kei vrolijk zijn. Zodra Gawain en Nuc vernemen wie Yder heeft vergiftigd, moet Kei vluchten om aan hun woede te ontkomen. Yder komt juist op tijd om hen te kalmeren. Artur kroont Yder tot koning en geeft hem Guenloie tot vrouw; Luguain wordt tot ridder geslagen. Nuc trouwt met Yders moeder en iedereen is met iedereen verzoend. Yder treedt in de Arturliteratuur niet uitsluitend op als hoofdpersoon, maar komt ook voor in een aantal episoden in andere romans. De eerste die Yder een plaats gaf als ridder aan Arturs hof, was Chrétien de Troyes in zijn Erec et Enide. Wanneer »Erec op een dag vrijwel ongewapend de koningin en haar kamenierster door het bos begeleidt, komen zij een volledig bewapende ridder tegen met een jonkvrouwe en een dwerg. Deze dwerg slaat eerst de kamenierster en vervolgens Erec. Erec volgt het drietal om wraak te kunnen nemen, zodra hij een wapenrusting heeft bemachtigd. Zij komen in een stadje waar Erec onderdak vindt bij een man met een zeer knappe dochter, Enide. Erec ontvangt een wapenrusting van zijn gastheer, strijdt daarin tegen de ridder en overwint hem. De verliezer maakt zich bekend als Yder en belooft Erec met de jonkvrouwe en de dwerg naar Arturs hof te gaan om zich daar over te geven aan de koningin. Wanneer blijkt dat hij een zeer goede ridder is, vraagt koning Artur hem of hij zich bij zijn hofhouding wil voegen. Yder stemt toe en wordt ridder van de Ronde Tafel. In de rest van het verhaal komt hij niet meer voor.
Verscheidene gegevens uit de Yder komen regelmatig terug in andere werken waarin Yder een rol speelt: het feit dat hij op een of andere manier iets met de koningin te maken heeft (en daardoor Arturs jaloezie opwekt) en zijn gevecht met een beer. Voorts wordt meer dan eens verhaald dat Yder aan het begin nog geen deel uitmaakt van de Tafelronde, maar in de loop van het verhaal wegens zijn verdiensten wordt opgenomen in de | |
[pagina 367]
| |
kring van Arturs ridders. Zo ook in de Middelnederlandse Wrake van Ragisel (een vertaling van de Oudfranse Vengeance Raguidel, ca. 1220-30), waarin hij samen met Walewein voorbestemd is om Ragisel te wreken. Deze Schotse ridder was gedood door de reus Gygantioen, de vader van de door Yder beminde Belinette. Een huwelijk met Belinette zal pas mogelijk zijn, wanneer Gygantioen gedood is. Dit is niet eenvoudig, omdat de reus een betoverde wapenrusting bezit en altijd een op gevechten afgerichte beer bij
Yder (Isdernus), Artur (links) en Walewein en Keye (rechts) trekken op naar het met een slotgracht omringde kasteel van Mardoc om Winlogee te bevrijden. Archivolt boven het noorderportaal, 1120-40, van de kathedraal van Modena
zich heeft. Zodra Walewein in Schotland arriveert om Ragisel te wreken, sluit Yder zich bij hem aan. Walewein verslaat Gygantioen in een tweegevecht en Yder weet de beer te doden. Yder en Belinette trouwen en Yder reist Walewein achterna naar het hof van koning Artur. Daar vertelt hij hoe zij Ragisel gewroken hebben. Yder wordt ridder van de Tafelronde en keert daarna terug naar Schotland. Een minder glorieuze rol speelt Yder in de Oudfranse roman Durmart le Galois (eerste kwart 13e eeuw). Samen met koningin Gue- | |
[pagina 368]
| |
nièvre is hij afgedwaald van het jachtgezelschap. Dan verschijnt plotseling Brun de Morois ten tonele: hij ontvoert de koningin en Yder kan er niets tegen doen, daar hij ongewapend is. Op zoek naar een wapenrusting komt hij Durmart tegen, die Brun verslaat en de koningin verlost. Daardoor bespaart hij Yder een smadelijke terugkeer naar het hof. Hoewel Yder in één roman hoofdpersoon is, was zijn bekendheid toch te gering om als inspiratiebron te dienen voor latere auteurs of beeldende kunstenaars. De enige maal dat hij mogelijk is vereeuwigd, is op het beroemde archivolt (1120-40) te Modena, waarop een ridder met de naam Isdernus is afgebeeld in een scène met koning Artur (Artus de Bretania), de gevangen koningin Guinloie of Guenevere (Winlogee) en misschien met Durmart (Burmaltus). ada postma editie: Adams 1983. |
|