Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdectasisEtym: Gr. ektasis = uitrekking, < ek-tithèmi = naar buiten brengen, uitzetten. Prosodische (prosodie) figuur die bestaat uit de verlenging van een korte klinker vanwege het metrum. Deze figuur bestond in het klassieke Latijn (productio < pro-ducere = lang uitspreken of verlengen van een woord door een lettergreep); in die taal werd nl. het woordaccent gekenmerkt door kwantiteitsaccent. In de Germaanse talen domineert het dynamisch accent. Toch kan men ook in het Nederlandse vers soms verlenging van vocalen constateren op grond van het ritme. Dat gebeurt met name in liedteksten. Oorzaak is dan de maat van de melodie. Zo wordt in de tweede versregel van het het Wilhelmus het eensyllabige woord ‘bloed’ langer aangehouden dan de syllaben ‘Wil’, ‘hel’, ‘mus’, ‘van’, ‘Nas’, ‘sou’, ‘ick’, ‘van’, ‘Duyt’, ‘schen’. De oorzaak hiervan is het feit dat het woord ‘bloed’ drie kwarten van de melodie moet vullen in plaats van die ene kwartnoot bij elk van het genoemde tiental. Dat daarnaast bij twee syllaben (‘we’ en ‘ben’) het tegenovergestelde plaats vindt (nl. een achtste noot i.p.v. een kwartnoot), is in dit verband niet relevant. Het gaat er bij ectasis dus om dat een klinker langer wordt aangehouden dan (het merendeel van) de klinkers in de directe omgeving. Van de 13 syllaben van de eerste twee versregels vallen er 10 samen met de kwartnoot van de melodie. Twee zijn korter (halve kwartnoot) en een is er langer (3 kwartnoten). In het hieronder gegeven schema is het tiental gecursiveerd; het tweetal is vet gedrukt; de lange slotsyllabe is vet/cursief gedrukt: Wil-hel-mus van Nas-sou-we ben ik van Duit-sen bloed. Voor de samenhang met het notenbeeld zie men de hieronder gereproduceerde druk van de eerste zin van het genoemde lied (Liedboek voor de kerken, 1973, p. 601):
|
|