Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdtrimeterEtym: Gr. tri-metros = uit drie metra bestaand < tri- = drie; metron = maat. Term uit de klassieke prosodie voor elke versregel die bestaat uit drie gelijke metrische (metrum) delen. Meestal is de benaming trimeter synoniem van jambische trimeter ( ˇ ¯ ˇ ¯ | ˇ ¯ ˇ ¯ | ˇ ¯ ˇ ¯ ), het klassieke dialoogvers van de antieke tragedie. Neem bijv. de rede van Hypolitus in Seneca’s Phaedra vs. 483-564, waarvan de beginregel luidt: Nōn ălĭǀă măgĭsǁ ēst līǀbĕra ētǁ vĭtĭōǀ cărēns In bovenstaand vers is de jambe in de eerste voet vervangen door een dactylus, in de tweede door een tribrachys, in de derde door een spondee en in de vijfde door een anapest. In de Latijnse metriek wordt de (jambische) trimeter ook wel eens senarius (Lat. zesledig) genoemd: de kleinste metrische eenheid keert namelijk zesmaal terug en bestaat niet meer (zoals bij de trimeter) uit vier, maar uit twee elementen, waarbij alleen het elfde element (het eerste van de laatste voet) nog door een korte syllabe moet worden gerealiseerd, terwijl elders in het vers een grotere vrijheid heerst. De nog strakkere klassieke senarius vindt men in de fabels van Phaedrus terug, bijv. in de eerste fabel van de wolf en het lam, hier beluisterbaar in de versie van W. Stroh (Proben lateinischer Verskunst): Ad rivum eundem lupus et agnus venerant De jambische trimeter komt in de Nederlandse letterkunde nauwelijks voor. Drie gelijke metrische delen vindt men in de oneven verzen van het gedicht van M. Nijhoff dat begint met de regel: Wanneer ik, in den nacht en in het waaien op Evenals bij de dimeter en de tetrameter omvat de trimeter een gehele versregel. Zie ook tripodie. Lit: A.P. Braakhuis, De thematische structuur van de versregel (1962) G. Stephan, Die Ausdruckskraft der Caesura media im iambischen Trimeter der attischen Tragödie (1981) J. Lennard, The poetry handbook (20052), p. 1-30.
|
|