Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdsitcomEtym: Eng. afkorting van situation comedy. Vorm van televisiekomedie waarin de humoristische kant van het gewone leven belicht wordt door dezelfde groep personages steeds weer samen te brengen in een ‘levensechte’ of althans herkenbare omgeving, zoals een bedrijf (bijv. The Office), een hotel (Fawlty Towers), een amateurvoetbalploeg (De Kampioenen), een familie (Keeping Up Appearances), enz. In een aantal gevallen is de setting historisch eerder dan hedendaags (bijv. Blackadder, dat verschillende periodes van de Britse geschiedenis bestrijkt, of ’Allo ’Allo, dat gesitueerd is in een Normandisch stadje ten tijde van de Duitse bezetting in WO II). De obligate algemene herkenbaarheid van personages, situaties en afgebeelde sociale milieus deelt de sitcom met de soap, maar in tegenstelling tot deze laatste wordt de realistische code permanent doorbroken om de kijker aan het lachen te brengen. Ook in tegenstelling tot de soap hebben de episodes van sitcoms doorgaans van elkaar onafhankelijke verhaallijnen en vertonen de personages amper enige evolutie. Aflevering na aflevering komen ze in gelijkaardige situaties terecht, wat een in hoge mate voorspelbaar komisch effect ressorteert. Verschillende recentere sitcoms (bijv. Friends) doen de grens tussen sitcom en soap enigszins vervagen door het invoeren van episodeoverschrijdende verhaallijnen (eventueel zelfs met cliffhanger op het einde van episode of reeks) en van complexere en minder statische personages. Bestaan episodes uit een aaneenschakeling van korte komische sequenties die weinig onderling logisch verband vertonen, dan schuift het genre veeleer op naar de sketch (bijv. The League of Gentlemen). Humoristische momenten worden in de traditionele sitcoms vaak gesignaleerd door live opgenomen of achteraf gemonteerd gelach op de soundtrack. Deze lachmomenten volgen elkaar op met een vrij precieze regelmaat en zijn het resultaat van allerlei komische technieken zoals situationele ironie, karikatuur, absurde situaties, quiproquo, parodie, woordspeling e.d. De vaak op misverstand en bedrog gebaseerde plots kennen een happy end(ing). Mede afhankelijk van leeftijd en sociaal profiel van de doelgroep (ideologische en commerciële context: de macht van adverteerders) is er nu in het algemeen meer ruimte voor seksueel getinte humor dan vroeger, evenals voor controversiële thema’s en maatschappelijke satire (bijv. in The Simpsons, een animatievariant op het genre), of voor een anarchistisch wereldbeeld (bijv. The Young Ones). In een aantal recentere sitcoms treden een permanente zoetzure humor en ironische observatie, zonder lachband, in de plaats van het klassieke model van de precies getimede aaneenschakeling van aparte gags (bijv. Sex and the City). De sitcom ontstond in de jaren 20 van de vorige eeuw op de radio, maar is nu vooral een van de fictionele hoofdgenres op televisie, waar het zijn intrede deed in de vroege jaren 50 (ook de term sitcom stamt uit die tijd). Met de verwante term britcom wordt uiteraard verwezen naar de Britse varianten van het genre. Lit: D. Grote, The end of comedy: the sit-com and the comedic tradition (1983) D. Marc, Comic visions (1997) J. Morreale (red.), Critiquing the sitcom: a reader (2003) M.M. Dalton & L.R. Linder (red.), The sitcom reader: America viewed and skewed (2005).
|
|