Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdquiproquoEtym: Fr. < Lat. quid pro quo = iets voor iets. In het algemeen: een misverstand, een verwarring. Meer in het bijzonder betreft de term een geliefd toneelprocédé in klucht-1 of komedie (blijspel) dat erop gericht is om door middel van dubbelzinnigheid (ambiguïteit) misverstanden te veroorzaken tussen personages. Meestal gaat het erom dat personages eenzelfde woord op verschillende manieren interpreteren, maar het kan ook gaan om situaties die verschillend kunnen worden opgevat of om personages die zich bijv. door vermomming voor een ander laten doorgaan (travestie). De misverstanden ontlenen hun komisch effect aan een vorm van dramatische ironie. Een goed voorbeeld van zo’n misverstand op het toneel is te vinden in het vierde toneel van de Warenar (1617) van P.C. Hooft. Ritsert verkeert in de veronderstelling dat Warenar staat te schelden en te klagen omdat hij erachter is gekomen dat zijn dochter ongehuwd zwanger is geworden, terwijl het Warenar gaat om zijn gestolen pot met goud. Ritsert zegt dan ‘Ic hebt gedaen, ic kent’ (vs. 1096). Hij bedoelt dat hij Claertje zwanger heeft gemaakt, maar Warenar vat dit op als de bekentenis van de diefstal. Een voorbeeld in de vorm van travestie komt voor in Thomas Asselijns Jan Klaasz of gewaande dienstmaagt (1682). Het vormt ook de basis voor komedies als De tweelingen (Plautus, 206 v. Chr.) en The comedy of errors (Shakespeare, ca. 1590). Lit: H. van den Bergh, Konstanten in de komedie (1972), p. 156-190 Ph. Delerm, Quiproquo (2004).
|
|