Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdtravestieEtym: It. travestire = verkleden. 1. In ruime zin: een nabootsing van een ernstig literair werk waarbij - met behoud van de inhoud - de vormgeving wordt veranderd, zodat een contrast tussen beide ontstaat. De travestie wordt aldus beschouwd als het tegenovergestelde van de parodie, maar heeft, door de analoge discrepantie tussen vorm en inhoud, een gelijkaardige, spottende bedoeling. Bijv. Scarron, Le Virgile Travesti (1648-1659). Bekend Nederlands schrijver van dramatische travestieën was J. Kinker. Hij parodieerde bij voorbeeld zijn eigen filosofische zinnespel Eeuwfeest (1801), met behoud van de inhoud en wijziging van de vorm tot een gemeenzame stijl, in zijn toneelstuk De menschheid in het lazarushuis (1801). De travestie kan de vorm hebben van een farce (klucht-1). De travestie is verwant aan de mock heroic, maar er is verschil op twee punten: de mock heroic heeft een verheven vorm (de stijl van het heldendicht) voor een triviaal onderwerp en is bovendien geen parodie maar een pastiche-2. Overigens wordt dit onderscheid niet altijd scherp aangehouden; sommigen beschouwen bepaalde pastiches ook als een vorm van travestie (vgl. burleske literatuur). 2. In enge zin: verkleedpartij op het toneel of in een verhaal waarin een acteur een vrouwelijke rol of een actrice een mannelijke rol speelt. Het hieruit voortvloeiende spel van vergissingen komt heel vaak voor in blijspelen, zoals in Shakespeare’s As you like it (ca. 1599). Zie ook travestieverhaal. Lit: H.E. Jacobs, An annotated bibliography of Shakespearean burlesques, parodies and travesties (1976) W. Karrer, Parodie, travestie, pastiche (1977) W. Kusters, ‘Over het aantrekken van een broek’ in De revisor (1978) 5, p. 50-54 en 6, p. 56-59 Th. Stauder, Die literarische Travestie: terminologische Systematik und paragidmatische Analyse (Deutschland, England, Frankreich, Italien) (1993) R. Chamuleau, ‘Nep en namaak in de literatuur’ in Ricolet .Tijdschrift voor literaire curiosa (1994), 2, p. 25-39 H. Pleij, ‘Spectaculair kluchtwerk: de strijd om de broek als theater’ in H. van Dijk e.a. (red.), Spel en spektakel. Middeleeuws toneel in de Lage Landen (2001), p. 263-281 en 377-382 G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 9 (2009), kol. 775-780.
|