Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermddramatische ironieKennisvoorsprong van de lezer of toeschouwer op grond van gegevens uit een literair werk ten opzicht van één of meer personages uit datzelfde werk. Deze kennisvoorsprong is één van de spanningverwekkende elementen in de literatuur, omdat de lezers of toeschouwers bepaalde verwachtingen over het verdere verloop of de ontknoping kunnen koesteren, terwijl ze de personages, die deze kennis nog niet bezitten, in onwetendheid zien handelen. Men spreekt in dit verband ook wel van situatie-ironie, in tegenstelling tot verbale ironie. Een voorbeeld van dramatische ironie vinden we in de openingsscène van de Spaanschen Brabander (1617) van G.A. Bredero, waarin Robbeknol zijn diensten aanbiedt aan de ogenschijnlijk welvarende Jerolimo, terwijl het publiek uit de eraan voorafgaande monoloog van Jerolimo weet dat hij berooid uit Antwerpen naar Amsterdam is gekomen. Lit: S.W. Dawson, Drama and the dramatic (1970) F. Brandsma, ‘Si loech stillekine; dramatische ironie en entrelacement in de Lancelotcompilatie’ in Monniken, ridders en zeevaarders. Opstellen […] aangeboden aan Maartje Draak (1988), p. 119-140 H. van den Bergh, Teksten voor toeschouwers (19914), p. 84-87.
|
|