Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdsynaloefeEtym: Gr. sun-aloiphè = samen-smelting (van twee lettergrepen) < aleiphein = insmeren, smelten. Term uit de prosodie voor contractie door middel van elisie: twee klinkers - de slotklinker van het ene woord en de beginklinker van het direct daarop volgende woord - worden tot één klinker gereduceerd. Het verschijnsel is bekend uit de metrische (metrum) poëzie, zoals in de tweede regel van Nijhoffs jambische (jambe) gedicht 'Het schip': Het wa/ter van / de gracht / is grijs Door samentrekking in vs. 2 (via apocope van ‘de’) van beide gecursiveerde klinkers 'de' en 'oogen' tot één klinker behoudt de regel het juiste aantal (i.c. acht) syllaben dat voor deze isosyllabische (isosyllabie) regel nodig is. In dit soort gevallen wordt ook vaak een apostrof gebruikt (‘d’oogen’). De synaloefe is verwant aan de synerese en aan de syncope. Lit: G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 9 (2009), kol. 341-344.
|
|