Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdsmaakOnderscheidingsvermogen ten aanzien van kunst en literatuur speciaal met betrekking tot het waarderen en scheppen ervan. In de retorica speelt de smaak een belangrijke rol, vooral in het onderdeel van de elocutio. In de 18de en 19de eeuw is smaak een eigenschap die vooral de esthetische (esthetica) vormgeving betreft, gezien naast en tegenover het talent of het genie. Bij dit laatste ligt het accent meer op de innerlijke gesteldheid van de kunstenaar en diens gevoel voor wat men verheven noemt. De smaak is basis van het oordeel, waarmee het vaak in één adem wordt genoemd (canon-1). Een belangrijke impuls tot het onderzoek van de smaak ging uit van L.L. Schücking (1878-1964). Hij wees op het subjectieve karakter van alle oordelen: literatuurgeschiedenis moet derhalve een smaakgeschiedenis worden (smaaksociologie als onderdeel van de literatuursociologie). Met zijn vraag ‘Wie las wat en waarom’ liep Schücking vooruit op het latere onderzoek van G.W. Huygens (1946) en B. Luger (1986), waarin ook veel aandacht gegeven wordt aan de rol van de conventie in het literaire verkeer. Recent onderzoek van P. Bourdieu sluit in zoverre aan bij dat van Schücking dat ook Bourdieu beweert dat smaak niet is aangeboren maar wordt gevormd in het sociale verkeer. Hij richt zich vooral op het onderwijs en de uitgeverij als smaakbepalende instituties. Voor zover het smaakonderzoek gebruik maakt van enquêteringstechnieken, is het verwant aan de empirische receptie-esthetica. Lit: L.L. Schücking, Die Soziologie der literarischen Geschmacksbildung (1923; 19613) G.W. Huygens, De Nederlandse auteur en zijn publiek (1946) P. Bourdieu, La distinction (1979) B. Luger, ‘Wie las wat in de negentiende eeuw?’ in W. van den Berg & P. van Zonneveld (red.), Nederlandse literatuur van de negentiende eeuw (1986) p. 46-68 N.Laan, ‘De sociologie van de literaire smaak’ in Literatuur 8 (1991) 1, p. 21-29 J. Oosterholt, ‘De smaak voor het “reële”; opvattingen over de nationale smaak in een aantal poëtische verhandelingen uit de laatste decennia van de achttiende eeuw’ in Nederlandse letterkunde 2 (1997), p. 338-349 N. Laan, Het belang van smaak. Twee eeuwen academische literatuurgeschiedenis (1997) G.J. van Bork & N. Laan (red.), Van romantiek tot postmodernisme (2010), p. 12-50.
|