Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdrustTerm uit de prosodie voor een syntactische grens zoals die bijvoorbeeld visueel kan worden weergegeven door een punt (zware grens), komma (lichte grens), e.d. Naast deze algemene betekenis heeft het begrip soms ook een meer specifieke inhoud. Het gaat dan om een pauze die ontstaat doordat voor het gevoel van de lezer een of meer syllaben in een versregel van een metrisch (metrum) gedicht zijn weggelaten. De polymetrie wordt in dat geval door de lezer, die isochronie-1 wil ervaren, hersteld tot een uniform metrisch patroon doordat de lezer de opengevallen syllabeplekken opvult met rusten. In het volgende citaat van Nijhoff is dat in elke regel vanaf de beginsyllabe tweemaal een drieslag (vergelijkbaar met de dactylus). Waar de drieslag niet volledig in syllaben wordt gerealiseerd, vult de lezer zelf een rust in (aangegeven door x): Erns-tig en / een-zaam x / staat Veel kinderliedjes en aftelrijmpjes zijn op dit principe gebouwd. Vaak speelt daarbij op de achtergrond een melodietje of een muziekmaat mee. Bijv.: ‘In xxx / spin xx de / bocht x gaat x / in xxx’, waarbij 'In' de tijdsduur heeft van vier tellen, 'spin' drie tellen, 'bocht' en 'gaan' twee tellen, en 'in' weer vier. Lit: A.P. Braakhuis, De thematische structuur van de versregel (1962), lemma pauze M.A. Schenkeveld-van der Dussen, 'Snede, rust en enjambement bij Huydecoper en Pels' in Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde 85 (1969) 2, p. 120-133.
|
|