Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdrijmvrijhedenTerm op het gebied van het rijm voor die verschijnselen die afwijken van wat men op een gegeven moment als norm en conventie beschouwt. Zo zou men een rijmschema zoals gehanteerd door Gezelle in zijn gedicht ‘Ego flos’ (abcdebfd) als rijmvrijheid kunnen beschouwen omdat het afwijkt van de destijds gangbare schema’s (G. Gezelle, Volledige werken, dl. 11, 1936, p. 143). Hetzelfde kan gelden voor een geval waar bijv. een volrijm en een halfrijm op elkaar rijmen, of waar accentverschuiving leidt tot rijmverdoezeling. Zo beschouwd hoeft een rijmvrijheid geen onderdeel te zijn van een dichterlijke vrijheid. Lit: S. Vestdijk, De glanzende kiemcel (reprint, 2007), p. 68-100.
|
|