Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdrijmschemaTerm op het gebied van het rijm voor een bepaalde volgorde en groepering van rijmvrager(s) en rijmgever(s) die betrokken zijn bij eindrijm. Men onderscheidt de volgende typen. 1. Gepaard rijm: aabbcc etc. Bijv.: Van dichten comt mi cleine bate. 2. Gekruist rijm: ababcdcd etc. Bijv. Moeder, mij heugen de dagen maar nauw 3. Omarmend rijm: abbacddc. Bijv.: Wanneer je ontwaakt, zie je den morgen bleeken, 4. Gebroken rijm-1: abcb of abac. Bijv.: En schiep uit zijn witten schoot 5. Verspringend rijm: abc abc. Bijv.: Gij zegt mij, liefste, om deugdzaam te zijn, 6. Slagrijm: aaaa. Bijv: Champagne, in 't overvloeiend glas, Lit: A.P. Braakhuis, De thematische structuur van de versregel (1962) H. Polzer & A. van der Putte, Drs P. Versvormen: leesbaar handboek (2000) E. Roodnat, 'De neger die danst met hen mee!!: Vestdijks antwoord op een versschemavraag' in Vestdijkkroniek (2005) 105, p. 27-35.
|
|