Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdrefrein-1Term uit het grensgebied van prosodie en genreleer voor een of meer woorden of versregels (in het laatste geval een strofe vormend) die geregeld terugkeren in een gedicht en daardoor ritme of structuur aanbrengen in liederen of bepaalde dichtvormen, zoals ballade-2, virelai e.d. (zie refrein-2). Een voorbeeld vormt het tweetal verzen 4-5, terugkerend in de vs. 8-9, in: Ik zit met mijn rug tegen het zonnige muurtje, Vaak werden de gewone verzen voorbehouden aan de solist/zanger, terwijl het refrein werd meegezongen door het publiek. Naarmate het gedicht een autonomer status krijgt ten opzichte van zang of dans, verliest het refrein of keerrijm aan belang en krijgt het een meer decoratieve functie. Een speciale vorm van het refrein is de stock-1, als onderdeel van het refrein-2. Zie ook chanson avec des refrains. Lit: W. Bronzwaer, Lessen in lyriek (1993), p. 142 E. van Alphen e.a., Op poëtische wijze (1996), p. 59-60 G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 7 (2005), kol. 1096-1109.
|
|