Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdmiddenrijmTerm uit de prosodie voor die vorm van rijm waarbij rijmvrager en rijmgever, voorkomend in verschillende regels, niet, zoals bij eindrijm, dienen ter afsluiting van de regels, maar geplaatst zijn midden in de regel, bijv. T en syn de Joden niet, Heer Jesu, die u cruysten, Het middenrijm lijkt op het binnenrijm doordat beide niet aan het eind van de regel optreden. Het verschil zit in de horizontale plaatsing van het binnenrijm tegenover de verticale van het middenrijm (in twee of meer regels, vaak op vergelijkbare plaats, zoals bij Revius (vs. 2-3) in de tweede, derde en vierde voet van de alexandrijn). Lit: A.P. Braakhuis, De thematische structuur van de versregel (1962) G. Kazemier, In de voorhof der poëzie (1965), p. 112 e.v.
|
|