Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdvirtutes dicendiEtym: Lat. kwaliteiten van het zeggen. Term uit de retorica voor de kwaliteiten waaraan de stijl, de elocutio, dient te voldoen. Een fundamentele behandeling van de virtutes wordt gegeven door Quintilianus in zijn Institutio oratoria. Traditoneel zijn er vier virtutes dicendi of virtutes elocutionis: de latinitas (puritas of zuiverheid van taal), de perspicuitas (de duidelijkheid), de ornatus (de stilistische verfraaiing door middel van tropen (troop-1), figurae (stijlfiguren) en compositio (zinsbouw), en tenslotte het aptum of decorum (de passendheid van de bewoordingen bij de inhoud, omstandigheden, persoon van de spreker, het publiek etc.). Lit: E. Krol, '"Dat de dichter den toon van alle hartstogten uitvinde": een verkenning van tonenretoriek' in Achttiende eeuw 25 (1993), p. 25-38 G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 9 (2009), kol. 1134-1138 en 1143-1164.
|
|