Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdaccumulatioEtym: Lat. ophoping. Stijlfiguur (stijlfiguren) bestaande uit het twee- of meerledig naast elkaar plaatsen van verwante noties, bijv. ‘eten en drinken’ als uitsplitsing van ‘voedsel’. Soms nadert de accumulatio de tautologie, zoals in ‘Hij sprak en zeide’ (G. Gossaert, Experimenten, 1911, p. 162). Behalve substantieven en werkwoorden kunnen ook adjectieven in de accumulatio als bestanddelen fungeren, bijv. in de versregel ‘Wanneer we aan ’t hoogst, het grootst, ’t volmaakste wezen denken’ (J. Kinker, Gedichten, dl. 1, 1819, p. 66). Het laatste voorbeeld grenst aan de enumeratio. Het verschil is gelegen in het feit dat de accumulatio een meerledige omschrijving is van een overkoepelend begrip. In dit opzicht is de accumulatio verwant aan de perifrase en aan de amplificatio-2. De accumulatio kan de vorm aannemen van een coacervatio. Lit: G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 1 (1992), kol. 36-39.
|