Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdcoacervatioEtym: Lat. co-acervare = opeenstapelen. Term uit de retorica voor een detailbeschrijving die bereikt wordt door in een syntactisch samenhangende lange zin het totaalbeeld plus de details te beschrijven, vaak door het gebruik van gelijk(w)aardige constructies d.w.z. de herhaling van gelijke zinsdelen met eenzelfde syntactische structuur (zie isocolon). Als de detaillering tot een opsomming wordt, kan de coacervatio een accumulatio, enumeratio, congeries of zelfs tautologie zijn. Een aardig voorbeeld kan men aantreffen in het begin van de Don Quijote van Cervantes: In een dorpje van de Mancha, waarvan ik mij de naam niet wens te herinneren, leefde nog niet lang geleden een van die edellieden, die een lans in het wapenrek, een antiek lederen schild, een mager paard en een snelle hazewind bezitten. Het middagmaal, met vaker rund- dan schapevlees, 's avonds meest een koud kliekje, op zaterdag eieren met spek, vrijdags linzen, en zondags een lekker duifje, verslond driekwart van wat zijn landgoederen opbrachten. Lit: G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 1 (1992), kol. 36-39 (s.v. accumulatio).
|