Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdopdrachtEen opdracht of dedicatie is een geschreven of gedrukte mededeling van een auteur of drukker/uitgever voor in een boek of in een exemplaar daarvan, waarmee hij het desbetreffende werk opdraagt aan een bepaalde persoon of instantie. In de middeleeuwen was de opdracht doorgaans in de proloog verwerkt en gericht aan de opdrachtgever of mecenas (mecenaat), zoals bijv. in Jan van Boendales Der leken spiegel: Ic hope het sal ghenoeghen wale De bedoeling van de auteur was het boek aanzien te geven en mogelijkerwijs de voorwaarden te scheppen voor de continuering van de begunstiging: aan het boek zelf verdiende hij namelijk niets. Anderzijds was de opdracht vleiend voor de in de opdracht genoemde persoon (destinataris). Middeleeuwse handschriften die ook werkelijk bedoeld geweest zijn voor de opdrachtgever (het dedicatiehandschrift) zijn zeldzaam; meestal zijn alleen één of meer kopieën van dat handschrift overgeleverd. Van Dirc van Delfts Tafel van den kersten ghelove is het dedicatiehandschrift voor graaf Albrecht van Beieren wel bewaard gebleven. In zeer veel gevallen is het voorkomen van een gedrukte opdracht aan wereldlijke en kerkelijke overheden en aan rijke particulieren een aanwijzing voor mecenaat. In een aantal gevallen is met een opdracht geen financieel belang gemoeid, zoals bij Vondels ‘Dedicatie aende jonck-vrouwen vant Nederlandt’ in de waarschijnlijk door hem geredigeerde bundel Den nieuwen verbeterden lust-hof (1607). Het aantal boeken met opdracht gericht aan de Staten van Holland liep in financieel opzicht dusdanig uit de hand dat daaraan bij resoluties uit 1632 en 1657 paal en perk werd gesteld. Een auteur kon zich in een opdracht tot meer instanties tegelijk wenden. Zo richt E. Poppius zich in de opdracht van De enge poorte (1630) tot zowel de Staten van Holland, als de bestuurders van Amsterdam én die van Gouda. Soms ook werd het voorwerk aangepast aan een andere instantie via een cancel, zodat hetzelfde boek met verschillende opdrachten verscheen. Handgeschreven opdrachten van auteurs aan vrienden en bekenden in een exemplaar van hun werk verschaffen zo'n exemplaar antiquarische meerwaarde en kunnen een bijdrage leveren aan de biografie van de auteur. Opdrachten in moderne boeken zijn vaak bestemd voor ‘hen die wij liefhebben’: ouders, kinderen of partners, die de auteur hebben gesteund en die soms hebben geleden onder diens arbeid. Wetenschappelijke studies worden nog wel eens opgedragen aan leermeesters of beroemde voorgangers. Lit: J. Bumke, Mäzene im Mittelalter. Die Gönner und Auftraggeber der höfischen Literatur in Deutschland 1150-1300 (1979) J.J.V.M. de Vet, ‘Maecenaat in de pruikentijd’ in Handelingen van het 38e Nederlands Filologencongres 1984 (1985), p. 149-175 F.P. van Oostrom, Het woord van eer. Literatuur aan het Hollandse hof omstreeks 1400 (19965) P.J. Verkruijsse, ‘Het boekenmecenaat in de zeventiende eeuw’ in Cultuur en economie, themanummer van De Zeventiende Eeuw 6 (1990), p. 137-143 M. Spies, ‘Betaald werk? Poëzie als ambacht in de 17e eeuw’ in Kunst in opdracht in de Gouden Eeuw, themanummer van Holland 23 (1991), p. 210-224 P.J. Verkruijsse, ‘Holland “gedediceerd”; boekopdrachten in Holland in de 17e eeuw’ in Kunst in opdracht in de Gouden Eeuw, themanummer van Holland 23 (1991), p. 225-242 A.J. Korteweg, Voor Mies, van Maarten. Exemplaren met opdracht, een verkenning (1992) F. van Oostrom, Maerlants wereld (1996).
|
|